6.8
Trapop
U mag personen met de
ervaren bent in de bediening van het toestel. Oefen altijd zonder per-
sonen, met de enkele trapschakeling en met de laagste stijgsnelheid!
+
Voor het gebruik de noodremmen controleren (zie hoofdstuk
6.4en 8.5).
+
Stel de handgrepen in op de juiste hoogte (zie hoofdstuk
6.6.2).
-max met de IN-/UIT-schakelaar in.
S
1. Schakel de
2. Schakel indien nodig de enkele trapschakeling in (zie hoofds-
tuk 6.2).
-max een beetje (zie hoofdstuk 6.6.3).
S
3. Kantel de
4. Trek het stijgbeen met de OP-/NEER-schakelaar volledig in
(zie hoofdstuk 6.3)..
5. Rijd achteruit met de
de of derde trede staan Ë.
+
Let erop dat beide loopwielen tegen de onderste trede Ì lig-
gen.
Het toestel bevindt zich nu in de uitgangsstand om trapop te rijden.
+
Trek het toestel tijdens het volledigep stijgproces licht naar
achteren naar u toe.
6. Druk de OP-/NEER-schakelaar in de richting OP en het stijg-
proces gebeurt in twee cycli per trede.
Het stijgproces begint als het stijgbeen door de aandrijving naar on-
deren bewogen wordt Í.
Nadat het stijgbeen de grond bereikt heeft, neemt het de last van de
loopwielen over en worden de loopwielen met het onderstel opgetild
Î.
-max enkel transporteren als u opgeleid en
S
-max naar de trap Ê en ga op de twee-
S
21
s
-max