-max in de onderste rolstoelhouder invoeren
S
6.5.3
1. Opdat de rolstoel bij de montage niet zou wegrollen, moet u
de parkeerrem van de rolstoel bedienen.
2. Trek het stijgbeen van de
-max licht naar achteren en rijd naar het midden
S
3. Kantel de
van de achterkant van de rolstoel.
-max nu naar voren tot de onderste stang Ê tot
S
4. Schuif de
aan de aanslag in de onderste houder Ë op de rolstoel is ge-
reden.
-max in de bovenste rolstoelhouder invoeren
S
6.5.4
1. Stel de laagste stijgsnelheid in.
2. Bedien nu de OP-/NEER-schakelaar in de richting OP (in geen
geval in de richting NEER) zodat het stijgbeen in de richting
van de bediener naar achteren en onderen beweegt.
3. Als het stijgbeen op de grond steunt, wordt het
toestel opgetild. Indien de
rijdt
de bovenste stang in de klauwen van de bovenste houders Ì.
De stelringen liggen dan tegen de binnenkant van de houders.
4. Als de stang volledig in de bovenste houder gereden is, wordt
de rolstoel ook opgetild. Laat de OP-/NEER-schakelaar los als
de rolstoelwielen ca. 1 cm van de grond opgetild zijn.
-max op de rolstoel fixeren
S
6.5.5
1. Neem een van de bevestigingspenne Í en druk met uw duim
de centrale ontgrendelbout in.
2. Steek de bevestigingspen in het boorgat Î van een van de bo-
venste rolstoelhouders volledig in en laat dan de ontgrendel-
bout los.
3. Steek nu de andere bevestigingspen zoals in punt 2 beschre-
ven in de andere bovenste rolstoelhouder.
Een stabiele verbinding tussen de
deerd.
-max volledig in.
S
-max naar het midden gericht is,
S
-max en de rolstoel is zo gegaran-
S
17
s
-max