12. BEDRADINGSSCHEMA
Voor de toegepaste onderdelen en de nummering, raadpleeg de meegeleverde sticker met het bedradingsschema op de unit. De nummering van de onderdelen wordt
voor elk onderdeel in Arabische cijfers in stijgende volgorde opgesteld en wordt in het overzicht onderaan met het symbool "*" in de code van het onderdeel weergegeven.
,
BLK
:
ZWART
BLU
:
BLAUW
BRN
:
BRUIN
A*P
BS*
BZ, H*O
C*
AC*, CN*, E*, HA*, HE, HL*, HN*,
HR*, MR*_A, MR*_B, S*, U, V,
W, X*A
D*, V*D
DB*
DS*
E*H
F*U, FU*
(VOOR DE KENMERKEN,
RAADPLEEG DE PRINTPLAAT IN
UW UNIT)
FG*
H*
H*P, LED*, V*L
HAP
HIGH VOLTAGE
IES
IPM*
K*R, KCR, KFR, KHuR
L
L*
L*R
M*
M*C
M*F
M*P
M*S
MR*, MRCW*, MRM*, MRN*
N
n = *
PAM
PCB*
PM*
1.
GEBRUIK ALLEEN KOPEREN GELEIDERS.
LET OP
2.
WANNEER DE CENTRALE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKT WORDT, ZIE DE HANDLEIDING OM OP DE UNIT AAN TE
SLUITEN.
3.
WANNEER DE INGANGSDRADEN VAN BUITENAF AANGESLOTEN WORDEN, KAN GEDWONGEN "UIT" OF "AAN/UIT"
VIA
DE AFSTANDSBEDIENING
GEDETAILLEERDE INFORMATIE.
4.
DAAR HET MODEL VAN DE AFSTANDSBEDIENING VERSCHILT NAARGELANG HET COMBINATIESYSTEEM,
CONTROLEER DE TECHNISCHE SPECIFICATIES EN CATALOGI, ENZ. VOORALEER AAN TE SLUITEN.
15
Legenda van het geünificeerd bedradingsschema
:
STROOMONDERBREKER
:
VERBINDING
:
CONNECTOR
:
AARDE
:
TER PLAATSE TE VOORZIEN BEDRADING
:
ZEKERING
:
BINNENUNIT
:
BUITENUNIT
GRN
:
GROEN
GRY
:
GRIJS
ORG
:
ORANJE
:
PRINTPLAAT
:
DRUKKNOP AAN/UIT, BEDRIJFSSCHAKELAAR
:
ZOEMER
:
CONDENSATOR
:
VERBINDING, CONNECTOR
:
DIODE
:
DIODENBRUG
:
DIP-SCHAKELAAR
:
VERWARMER
:
ZEKERING
:
CONNECTOR (FRAME-AARDE)
:
BUNDEL
:
INDICATIELAMPJE, LICHTGEVENDE DIODE
:
LICHTGEVENDE DIODE (SERVICEMONITOR GROEN)
:
HOGE SPANNING
:
INTELLIGENT-OOG-SENSOR
:
INTELLIGENTE VOEDINGSMODULE
:
MAGNETISCH RELAIS
:
ONDER SPANNING
:
SPOEL
:
REACTIEVAT
:
STAPPENMOTOR
:
COMPRESSORMOTOR
:
VENTILATORMOTOR
:
AFVOERPOMPMOTOR
:
DRAAIMOTOR
:
MAGNETISCH RELAIS
:
NEUTRAAL
AANTAL DOORGANGEN DOOR FERRIETKERN
:
IMPULSAMPLITUDEMODULATIE
:
PRINTPLAAT
:
VOEDINGSMODULE
GEKOZEN
:
AARDING
:
AARDING (SCHROEF)
:
GELIJKRICHTER
:
RELAISCONNECTOR
:
KORTSLUITCONNECTOR
:
AANSLUITKLEM
:
AANSLUITKLEMMENSTROOK
:
DRAADBINDER
PNK
:
ROZE
PRP, PPL
:
PAARS
RED
:
ROOD
PS
:
SCHAKELENDE VOEDING
PTC*
:
PTC-THERMISTOR
Q*
:
BIPOLAIRE TRANSISTOR MET GEÏSOLEERDE
POORT (IGBT)
Q*DI
:
AARDLEKSCHAKELAAR
Q*L
:
OVERBELASTINGSVEILIGHEID
Q*M
:
THERMOSCHAKELAAR
R*
:
WEERSTAND
R*T
:
THERMISTOR
RC
:
ONTVANGER
S*C
:
EINDSCHAKELAAR
S*L
:
VLOTTERSCHAKELAAR
S*NPH
:
DRUKSENSOR (HOOG)
S*NPL
:
DRUKSENSOR (LAAG)
S*PH, HPS*
:
DRUKSCHAKELAAR (HOOG)
S*PL
:
DRUKSCHAKELAAR (LAAG)
S*T
:
THERMOSTAAT
S*W, SW*
:
BEDRIJFSSCHAKELAAR
SA*
:
SPANNINGSBEVEILIGING
SR*, WLU
:
SIGNAALONTVANGER
SS*
:
KEUZESCHAKELAAR
SHEET METAL
:
AANSLUITKLEMMENSTROOK VASTE PLAAT
T*R
:
TRANSFORMATOR
TC, TRC
:
ZENDER
V*, R*V
:
VARISTOR
V*R
:
DIODENBRUG
WRC
:
DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING
X*
:
AANSLUITKLEM
X*M
:
AANSLUITKLEMMENSTROOK (BLOK)
Y*E
:
ELEKTRONISCHE EXPANSIEKLEP PENBUNDEL
Y*R, Y*S
:
ELEKTROMAGNETISCHE OMKEERKLEP SPOEL
Z*C
:
FERRIETKERN
ZF, Z*F
:
RUISFILTER
WORDEN.
ZIE
DE
INSTALLATIEHANDLEIDING
WHT
:
WIT
YLW
:
GEEL
VOOR
MEER
Nederlands