De koelplaat
1. Plaats de koelplaat op de systeemkaart en lijn de koelplaat uit met de schroefhouders.
2. Draai de M2x3-schroeven (2) vast waarmee de koelplaat aan de systeemkaart wordt bevestigd.
3. Sluit de koelplaateenheid aan op de connector op de systeemkaart.
4. Installeer:
a.
batterij
b.
onderplaat
5. Volg de procedure in
Nadat u in de computer hebt
Systeemventilator
De systeemventilator verwijderen
1. Volg de procedure in
Voordat u in de computer gaat
2. Verwijder de volgende onderdelen:
a.
onderplaat
b.
batterij
3. Verwijder de systeemventilator als volgt:
a. Maak de kabel van de systeemventilator los van de connector op de systeemkaart [1].
b. Verwijder de M2x3-schroeven (2) waarmee de systeemventilator aan de systeemkaart is bevestigd [2]
OPMERKING:
c. Til de systeemventilator uit de systeemkaart [3].
28
Onderdelen verwijderen en plaatsen
gewerkt.
Sommige systemen hebben mogelijk een geïntegreerde koelplaat en een systeemventilator.
werken.