* Lastbegrenzer
De lastbegrenzer bepaalt de onderste stand van de haak en voorkomt dat het uiteinde
van de ketting tegenover de haak uit de kettingtakel loopt. De lastbegrenzer verzekert
een eindstand in geval van een noodsituatie en dient niet bedrijfsmatig gebruikt te
worden.
Indien bij de lastbegrenzer een gevulkaniseerde rubberen stop met een stalen
binnenring hoort, moet bij het inbouwen de stalen binnenring aan de kant van de
kettingtakel worden geplaatst.
Afbeelding 13-A
Afbeelding 13-D
Afbeelding 12: Insteken van de ketting - uitvoering met één ketting
3.1.7 Insteken van de lastketting – in het geval van transport zonder insteekketting - uitvoering met
twee kettingen
Montage-instructies:
1. Laat de lastketting eerst in de kettingtakelbehuizing lopen, afhankelijk van het model volgens de
beschrijving van hoofdstuk 3.1.6 of 3.1.7.
2. Voer met behulp van de invoerkabel de ketting over de onderhaakset dubbel heen (afbeelding
14-A).
De ketting mag in geen geval draaien tussen de kettingtakelbehuizing en
Let op !
de onderhaakset dubbel! Als montage volgens afbeeldingen 14-B en 14-C
niet mogelijk is, dient een schakel van de ketting te worden verwijderd!
Verder moet u er bij de montage en tijdens het gebruik altijd op letten dat
de onderhaakset dubbel nooit omgedraaid raakt tussen de twee
kettingdelen.
3. Schroef de 4 bouten los die de kettinggeleider bevestigen (zie afbeelding 15, onderdeel 1) en laat
de ketting over de kettinggeleider heen glijden (afbeelding 14-C).
Afbeelding 13-B
Afbeelding 13-E
16
Afbeelding 13-C