1. Zet de sledes vast met de slee-arretering. Verzeker u ervan dat deze stevig bevestigd is.
2. Open de gereedschapopname door deze te draaien in de richting van het symbool Geopende haken.
3. Breng het bevestigingssysteem van de diamantboorkroon van onderaf in de vertanding van de gereed-
schapopname van de diamantboormachine aan.
4. Sluit de gereedschapopname door deze te draaien in de richting van het symbool Gesloten haken.
5. Controleer het vastzitten van de diamantboorkroon in de gereedschapopname.
5.1.12 Diepte-aanslag (toebehoren) instellen
1. Draai aan het handwiel, totdat de boorkroon de ondergrond raakt.
2. Stel met de afstand tussen de slede en de diepte-aanslag de gewenste boordiepte in.
3. Bevestig de diepte-aanslag.
5.2 Werkzaamheden
5.2.1 Gevarenzone vrijhouden
Het gearceerde gebied geeft de gevarenzone van de diamantboormachine aan.
•
Houd tijdens het gebruik minstens 15 cm afstand tot de boorkroon aan.
•
Blijf tijdens het boren achter de boorkolom.
5.2.2 Toerental kiezen
Aanwijzing
Bedien de schakelaar alleen bij stilstand.
1. Selecteer de instelling van de schakelaar aan de hand van de gebruikte boorkroondiameter.
2. Draai de schakelaar in de aanbevolen stand, terwijl u tegelijkertijd aan de boorkroon draait.
Printed: 02.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5145280 / 000 / 04
Nederlands
19