Gebruiksaanwijzing gaskookplaten
Reiniging
4
Reiniging
Houd de oppervlakken schoon. Verwijder verontreinigingen, bijv. kalk, vet, eiwit, zetmeel, zout, kruiden,
meteen. Reinig het apparaat altijd na gebruik.
Apparaat uitschakelen, laten afkoelen en de volgende aanwijzingen in acht nemen:
Voor de reiniging kunnen de regelknoppen worden afgetrokken.
y
Pannendrager en branderdeksels afnemen om ze te reinigen, met warm water en wat reinigingsmiddel
y
schoonmaken en vervolgens afdrogen.
Het gedeelte onder de pannendrager schoonmaken. De branders met aluminiumfolie afdekken en tegen
y
vuil en water beschermen. Vochtige sponsjes of doeken gebruiken.
Lichte verontreinigingen met warm water en wat reinigingsmiddel verwijderen.
y
Sterkere (ingebrande) verontreinigingen op de glazen plaat met de reinigingsschraper verwijderen.
y
16