8.3 -
INBEDRIJFSTELLING VAN DE METER
WAARSCHUWING!
De inbedrijfstelling moet uitgevoerd worden door geautoriseerd en bevoegd personeel.
Het opstarten kan volgens twee verschillende procedures gebeuren:
1. Onder druk brengen van de apparatuur door invoering van een inert gas (bijv. stikstof) om potentieel explosieve meng-
sels te voorkomen.
2. Directe inbreng van gas in de leidingen.
Om de meter in bedrijf te stellen, gaat u te werk zoals beschreven in Tab. 8.49.:
Stap
Actie
1
Open de eventuele by-passklep en de uitlaatklep stroomafwaarts van de meter.
Open de inlaatklep van het gas van de meter gedeeltelijk tot de meter op lage snelheid begint te werken.
WAARSCHUWING!
•
Breng de meter voorzichtig onder druk, waarbij een drukgradiënt van maximaal 35 kPa / s
2
(0,35 bar / s) moet worden gehandhaafd.
•
Het zal waarschijnlijk noodzakelijk zijn om de by-passklep gedeeltelijk te sluiten om de gas-
stroom door de meter te starten.
Controleer of het gas door de meter stroomt en let op de beweging van de cijfers op de totalisatorgroep:
•
als er beweging is, ga dan verder met stap 4;
3
•
als de cijfers niet bewegen, controleer dan of het gas naar de meter stroomt. Als het gas stroomt, ga dan
verder met stap 5.
Laat de meter enkele minuten op lage snelheid draaien terwijl u luistert naar eventuele ongewone geluiden of
4
trillingen (schrapen, kloppen, enz.). Als de werking bevredigend is, ga dan verder met stap 6.
Als er ongewone geluiden en trillingen zijn (stap 4) of als de cijfers op de totalisatorgroep niet bewegen (stap 3):
1. stop de inbedrijfstellingsprocedure;
2. laat langzaam de druk uit de meter af;
5
3. voer de druk veilig af;
4. controleer op uitlijnfouten, vervormingen, torsies van leidingen of andere aanverwante problemen (zie hoofd-
stuk 10 "Defecten opzoeken en Troubleshooting");
5. Hervat, als het probleem is opgelost, de inbedrijfstellingsprocedure vanaf stap 1.
Open geleidelijk de inlaatklep door de meter onder druk te zetten.
WAARSCHUWING!
6
Breng de meter voorzichtig onder druk, waarbij een drukgradiënt lager dan 35 kPa / s (0,35 bar / s)
moet worden gehandhaafd.
7
Sluit geleidelijk de by-passklep.
Volg de bedrijfsprocedures van de gebruiker of de gangbare praktijk om de dichting te controleren:
•
van de meter;
•
van de buitenoppervlakken;
•
van alle verbindingen.
8
WAARSCHUWING!
De huidige praktijk voorziet in het gebruik van: gasanalysatoren, zeepsop, schuimoplossingen
of lekdetectiesprays voor de eindinspectie van afdichtingen.
71
TURBINEMETER
|
INBEDRIJFSTELLING
Handleiding gebruik, onderhoud en waarschuwingen
|
HERZ. B
NL