6.4 -
INSTALLATIEPROCEDURES
Installatie
Kwalificatie operator
Vereiste PBM
Benodigd
e materialen en ge-
reedschappen
6.4.1 - INSTALLATIE VAN DE APPARATUUR
LET OP!
Tijdens de installatie van de meter moeten de olietanks leeg zijn. Vul de smeerolietanks pas na de installatie.
LET OP!
•
Volgens EN12261 moet het rechte stuk vóór de turbinemeter ten minste 2 maal de DN bedragen. Om
de verstoring van de stroming verder te beperken, wordt echter aanbevolen een recht stuk van 5 maal
de DN stroomopwaarts te voorzien.
•
De leidingen na de meter mogen elke willekeurige configuratie hebben, mits zij dezelfde nominale dia-
meter hebben als de meter zelf. Om de verstoring van de stroming verder te beperken, wordt aanbevo-
len stroomafwaarts een recht stuk van 3 maal de DN te voorzien.
TURBINEMETER
|
INSTALLATIE
NL
Handleiding gebruik, onderhoud en waarschuwingen
•
Installateur.
WAARSCHUWING!
De hier opgesomde P.B.M. betreffen het risico dat verband houdt met de appa-
ratuur. Voor de P.B.M. die nodig zijn om bescherming te bieden tegen het risico
dat verband houdt met de werkplek, de installatie of werkomstandigheden, dient
men het volgende te raadplegen:
•
de voorschriften die van kracht zijn in het land van installatie;
•
eventuele aanwijzingen die verstrekt zijn door degene die verantwoordelijk
is voor de veiligheid bij de structuur waar de installatie plaatsvindt.
Raadpleeg hoofdstuk 7 "Materialen en gereedschappen voor inbedrijfstelling/onderhoud".
Afb. 6.11.
|
HERZ. B
Aanbevolen installatie iM-TM
Tab. 6.36.
56