9.3
Telescooparm
Controleer iedere dag de spanning van de telescooparmkettingen. Aan beide zijden van de arm moet de
indicatorplaat zich binnen de markeringen op de stalen kap eronder bevinden.
2
Afbeelding 17. Indicatoren voor spanning van telescoopkettingen
Afbeelding 18. Dichtbij-opname van de indicator
Controleer jaarlijks de staat en speling van de slijtblokken van de telescooparm, en vervang de slijtblokken
minimaal iedere vijf jaar. De slijtblokken bij de telescooparm-uitgang aan de onderzijde moeten dikker zijn dan
20 mm (afbeelding 17 (1)) en 19 mm (afbeelding 17 (2)). Als ze sterker versleten zijn, moet u alle slijtblokken,
inclusief die aan de binnenkant van de arm aan het andere uiteinde, vervangen. Hiertoe moet u de
telescooparm uit elkaar halen.
Bij de grote tienjaar-inspectie moet u de katrolkettingen van de telescooparmen, hun katrolwielen en
bevestigingsmiddelen vervangen (zie 9.1.2).
9.4
Draaikransbouten
Aanhaalmoment van de M16 bevestigingsbouten van de draaikrans is 230 Nm. Controleer dit ieder jaar. Iedere
vijf jaar moet u de bouten vervangen. Als een bout is losgeraakt, moet u deze vervangen door een nieuwe
bout.
1
45