20
Installatie – Databekabeling van de wallbox
|
OPGELET!
Gemengde montage van de ABL-laadstations
Dankzij de gemeenschappelijke busformaten en interface is het mogelijk om laadstations van verschillende pro-
ductlijnen met elkaar en met de externe besturingseenheden 1V0001/2 te bekabelen en te gebruiken. De configu-
ratie/bekabeling komt overeen met het hieronder beschreven schema.
Let er echter op dat het niet mogelijk is om ijkingsrechtconforme en niet ijkingsrechtconforme laadstations
samen in dezelfde groep te bekabelen of te gebruiken!
Ga als volgt te werk om de wallboxen via de E2I-interface te verbinden:
Sluit de RJ45-stekker van de eerste datakabel aan op
1
een van de E2I-interfaces in het aansluitveld linksbo-
ven aan de binnenkant van de controller-wallbox.
Sluit de RJ45-stekker van de ingaande datakabel aan
2
op de linker E2I-interface in het aansluitveld van de
eerste extender-wallbox.
y Sluit de RJ45-stekker van de uitgaande datakabel
aan op de rechter E2I-interface in het aansluitveld
van de eerste extender-wallbox.
AANWIJZING
Voortzetting van het bekabelingsschema
Sluit alle volgenden extender-wallboxen met uitzondering van de laatste extender-wallbox volgens dit prin-
cipe aan.
Sluit de RJ45-stekker van de ingaande datakabel aan
3
op de linker E2I-interface in het aansluitveld van de
laatste extender-wallbox.
OPGELET!
Afsluiting voor de databus
Voor een correcte communicatie moet de databus worden afgesloten. Op de printplaat van de E2I-interface zijn
voor dit doel steeds twee pencontacten met de aanduiding CONTROL en METER aangebracht.