e) Sterkte van de signaaloverdracht
Het overdrachtsbereik van de radiosignalen tussen de buitensensor en het weerstation is tot
30 meter in ideale omstandigheden.
Wanneer u de buitensensor en het weerstation installeert, dient u de volgende factoren in acht
te nemen die het overdrachtsbereik en de ontvangststerkte kunnen aantasten.
•
Muren, plafonds van gewapend beton en gipsplaten met metalen frame
•
Ramen met coating/dubbel glas
•
Nabijheid van metalen en geleidende objecten (bijv. radiatoren)
•
Nabijheid van elektromotoren/elektrische apparatuur, transformators, voedingseenheden,
computers
•
Andere apparaten die op dezelfde frequentie werken (bijv. draadloze hoofdtelefoons of
draadloze luidsprekers)
9. Gebruik
a) DCF-signaalontvangst
•
Het weerstation ontvangt het DCF-tijdsignaal elke dag automatisch om 2:00u, 3:00u, 4:00u
en 17:00u. Het DCF-signaal wordt uitgezonden door een DCF-zender in Duitsland.
•
Het duurt vijf minuten voordat het weerstation het DCF-signaal begint te ontvangen. Zie
paragraaf "Installatie" > "Koppelen".
U kunt de ontvangst van het DCF-signaal handmatig starten door de toets
op de achterzijde van het weerstation drie seconden ingedrukt te houden.
•
Wanneer het weerstation het DCF-signaal ontvangt, dan zal de DCF-ontvangstindicator
knipperen. Wanneer geslaagd, dan zal de ontvangstindicator constant blijven branden.
Indien mislukt, dan zal de ontvangstindicator grijs blijven. De DCF-ontvangstindicator staat
rechtsonder op de display.
•
U kunt de DCF-signaalontvangst handmatig uitschakelen door de toets
houden. De DCF-ontvangstindicator zal verdwijnen.
14
(6) op de achterzijde van het weerstation acht seconden ingedrukt te
DCF-ontvangstindicator
(9)