NFC
Gebruik Near Field Communications (NFC) om gegevens te delen met andere apparaten,
zoals een video, foto, adres van een webpagina, muziekbestand of contacten. U kunt
NFC ook gebruiken om tags te scannen die u meer informatie geven over een product of
dienst en om tags te scannen die bepaalde functies op de telefoon te activeren.
NFC is een draadloze technologie met een maximumbereik van één centimeter, dus de
apparaten die gegevens delen moeten dicht bij elkaar worden gehouden. Voordat u NFC
kunt gebruiken, moet u eerst de NFC-functie inschakelen.
NFC is mogelijk niet beschikbaar in alle landen en/of regio's.
De NFC-functie inschakelen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer....
Schakel het selectievakje NFC in.
3
NFC-detectiegebied
De locatie van het NFC-detectiongebied is niet op alle telefoons dezelfde. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de andere telefoon voor meer informatie wanneer u NFC gebruikt
om gegevens te delen met een andere telefoon.
Een contact delen met een andere telefoon door middel van NFC
Zorg ervoor dat de NFC-functie en de Android Beam-functie op uw telefoon en de
1
ontvangende telefoon zijn ingeschakeld en dat de schermen van beide telefoons
actief zijn.
2
Ga om de contacten op uw telefoon te bekijken naar uw Startscherm, tik op
tik vervolgens op
.
Tik op het contact dat u wilt delen.
3
4
Houd uw telefoon en de ontvangende telefoon met de achterzijden tegen elkaar
zodat de NFC-detectiegebieden van beide telefoons elkaar aanraken. Als de
telefoons verbinding maken, trillen ze en spelen ze een kort geluid af. Een icoon
van het contact verschijnt.
5
Tik op de icoon om de overdracht te starten.
6
Als de overdracht is voltooid, worden de contactgegevens weergegeven op het
scherm van de ontvangende telefoon en ook opgeslagen op de ontvangende
telefoon.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
80
en