K-01_DUT.book Page 230 Wednesday, February 22, 2012 10:19 AM
Werken met de ingebouwde flitser
230
Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie
De ingebouwde flitser in b stand gebruiken
• Bij het fotograferen van een bewegend onderwerp kunt u de flitser
gebruiken om het onscherpte-effect te veranderen.
• Het diafragma wordt automatisch aangepast aan het omgevingslicht.
• Voor het maken van flitsfoto's kunt u een sluitertijd van 1/180 seconde
of langer instellen.
De ingebouwde flitser in c stand gebruiken
• Wanneer u de scherptediepte wilt wijzigen of een opname van grote
afstand wilt maken, kunt u het gewenste diafragma instellen om een
flitsfoto te maken.
• De sluitertijd wordt automatisch aangepast aan het omgevingslicht.
• De sluitertijd schakelt automatisch over van 1/180 seconde tot een
langere sluitertijd die de camera minder doet bewegen (de langste
sluitertijd hangt af van de brandpuntafstand van het gebruikte objectief).
De sluitertijd staat vast op 1/180 s wanneer een ander objectief dan DA,
DA L, D FA, FA J, FA of F wordt gebruikt.
9
De lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken
U kunt de lange-sluitertijdsynchronisatie in . (Portret bij nacht) van H
stand of b stand gebruiken wanneer u portretopnamen maakt met een
zonsondergang op de achtergrond. Zowel het portret als de achtergrond
worden prachtig vastgelegd. G en H kunnen gebruikt worden in e
of c stand.
• Lange-sluitertijdsynchronisatie vertraagt de sluitertijd. Om te voorkomen dat
de camera beweegt, kunt u [Shake Reduction] op Q (Aan) of R (Uit)
instellen en een statief gebruiken. Bovendien zal de opname wazig zijn
als het onderwerp beweegt.
• Lange-sluitertijdsynchronisatie is ook mogelijk met een externe flitser.