1.4.3
Uitlaatsysteem
Nadat het koelwater zijn werk heeft gedaan wordt het in de
uitlaatleiding geïnjecteerd. De uitlaatgassen en het
koelwater wordt gemengd. Hierdoor wordt de temperatuur
en het volume van de uitlaatgassen aanzienlijk verkleind,
zodat toepassing van rubberen uitlaatslangen mogelijk is.
Ook wordt hiermee het geluid aanzienlijk gedempt
1
DE
INSTALLATIE
UITLAATSYSTEEM
Het uitlaatsysteem van de generator moet gescheiden
blijven van de leidingen van andere uitlaatsystemen, zoals
van de motor of verwarming. De uitlaatslang loopt na het
verlaten van de geluidskast naar beneden, naar de
uitlaatdemper/waterslot.
dempt het geluid verder. en dient voor het opvangen van
het water dat zich na het stoppen van de motor nog in het
uitlaatsysteem bevindt. Daarom moet het waterslot het
laagste punt van het uitlaatsysteem zijn (zie afb. 9, ref. 1).
De uitlaatslang moet een inwendige diameter hebben van
40 mm. - niet meer, niet minder - Voorts moet de slang
tussen waterlock en huiddoorvoer een 'zwanenhals'
bevatten om te voorkomen dat bij stilstaande motor
buitenwater het koelsysteem via de uitlaat in de motor
terecht kan komen (zie afb. 7, ref. 4). Het systeem moet zo
A
4
2
5
1 Uitlaatdemper/waterslot;
2 Uitlaatdemper;
3 Uitlaatslang Ø 40 mm;
Afbeelding 9: Standaard uitlaatsysteem
NL / WHISPER 3.5 / Oktober 2009 / Copyright © 2009 Mastervolt
VAN
EEN
STANDAARD
Deze
uitlaatdemper/waterslot
Max. lengte A - B = 2.5m
3
worden aangelegd dat de uitlaattegendruk niet meer is
dan 0,8 psi of 0,06 bar (is 60 cm.) waterdruk. (Zie ook
paragraaf 5.4.3 van de gebruikershandleiding) De totale
lengte vanaf de geluidskast tot aan de bovenkant van de
water/gasscheider of zwanenhals mag niet meer dan 250
cm. zijn. De totale opvoerhoogte van het laagste punt van
de zwanenhals mag niet meer dan 120 cm. zijn.. Deze
zwanenhals bestaat uit een bocht in de slang en komt tot
minstens 50 cm. boven de waterlijn en is bij voorkeur
midscheeps gesitueerd (zie afb. 9, ref 5). Na de
zwanenhals loopt de slang naar de uitlaatdoorvoer. Een
extra demper kan zo ver mogelijk aan het einde van de
leiding worden gemonteerd (zie afb. 7, ref. 2).
Door de kleine gasstroom van de kleine
dieselmotor is het van groot belang in
bovenstaande
volgen. Sommige dempers en watersloten
veroorzaken een te hoge tegendruk. Pas
daarom een Mastervolt installatiekit toe of
meet de tegendruk (zie paragraaf 5.4.3 van
de gebruikershandleiding). Door een te hoge
tegendruk vult het systeem zich met water en
worden daardoor de kleppen en klepzittingen
aangetast.
B
3
1
4 Zwanenhals;
5 Huiddoorvoer uitlaat Ø 40 mm;
6 Waterlijn.
INSTALLATIE
instructies
nauwgezet
6
te
9