INSTALLATIE
2
AARDING
De vermogenswikkelingen van de generator liggen niet
aan
aarde.
Maatregelen
onderworpen aan plaatselijk geldende regelgeving. Alle
overige onderdelen van de generator zijn geaard. Deze
aarding is weer verbonden met de min aansluiting van de
startaccu.
Als
veiligheidsmaatregel
aansluiting van de startaccu met de massa van het schip
te worden doorverbonden. Bij toepassing van een
zwevend gelijkstroomnet of bij installaties waarbij de
positieve pool aan massa ligt dient u de negatieve pool
van de accu niet door te verbinden met het centrale
aardpunt op het schip
Het verbinden van de nul en de aarde van de 230 V
generator maakt onderdeel uit van het te kiezen
beveiligingssysteem en moet alleen plaats vinden als een
systeem wordt toegepast die dit vereist.
Voor
kleine
pleziervaartuigen
beveiliging
voorgeschreven
pleziervaartuigen 94/25/EC die via de "guidelines" verwijst
naar (ISO 13297). In dat geval moet op de generator de
nul aan de aarde verbonden worden. De groen gele draad
is de aardedraad; de blauwe draad is de -nul-. In geval
van doorverbinden, moet de blauwe draad verbonden
worden met het punt op het chassis waaraan de
geel/groene draad reeds vastligt. Dit kan met een
bijgeleverd stripje op het aansluitblok op de generator
WARNING
Welk isolatiesysteem men ook toepast; in elk
geval moeten omschakelsystemen tussen
wal,
generator
schakelen.
Systemswitch is dit uiteraard standaard het
geval
De verschillende mogelijkheden voor aardlek-beveiliging
of isolatiebewaking zijn onderworpen aan richtlijnen die
per toepassing en ook regionaal kunnen verschillen. Voor
bepaalde ruimten in het schip gelden afwijkende normen.
Hierboven
wordt
gerefereerd
pleziervaartuigen. Deze richtlijn geldt in Europa voor kleine
pleziervaartuigen tot 24 meter. Soms heeft men echter te
maken
met
de
regels
arbeidsinspectie, bouwverordeningen, de NEN1010 enz.
Hierover dient men deskundig advies in te winnen
16
tegen
aardlekfouten
dient
de
wordt
een
aardlek-
door
de
EG-richtlijn
en
omvormer
meerpolig
Bij
de
Mastervolt
Mass
aan
de
CE
richtlijn
van
certificatiebureaus,
3
KABEL
Voor de bedrading dient u oliebestendige kabel te
zijn
gebruiken met drie aders met een soepele kern. Hiervan is
een van de aders bestemd voor de aarding (PE). Gebruik
kabel met voldoende aderdoorsnee..
min-
Model
Whisper 3.5 – 3000 rpm
Gebruik bij toepassing van zeer lange kabels een grotere
aderdoorsnee (raadpleeg hiertoe ISO 13297 annex A).
4
OMSCHAKELSYSTEEM
Bij gebruik van schakelaars om bijvoorbeeld te kunnen
schakelen tussen de walstroom, omvormer of generator
dient u gebruik te maken van deugdelijke systemen die
tweepolig schakelen. De nulleider (N) moet dus altijd
tegelijk met de fase (L) schakelen. Indien de nulleider (N)
niet
tegelijk
levensgevaarlijke situaties ontstaan met schade aan de
generator en/of de aangesloten belasting tot gevolg.
Indien het omschakelen plaats vindt met behulp van relais
dient deze schakeling zodanig te zijn ontworpen dat het
klapperen van de relais wordt voorkomen. Hiervoor dienen
diverse tijdvertragingen bij het schakelen te worden
ingebouwd.
Mastervolt
adviseert
gebruiken.
Deze
boordnet na 10 seconden automatisch over van walstroom
naar
generator
beschikbaarheid daarvan
Copyright © 2009 Mastervolt / Oktober 2009 / WHISPER 3.5 / NL
aderdoorsnee
3x2.5 mm² (5m. meegeleverd)
met
de
fase
(L)
schakelt,
u
de
Mass
Systemswitch
Mass
Systemswitch
en
omgekeerd
naar
kunnen
te
schakelt
het
gelang
de