Bedieningsknoppen
Luchtbevochtigerpictogram
en genummerde instellingen
Deze afbeelding toont de primaire bedieningsknoppen van het apparaat, beschreven in de volgende tabel.
F
UNCTIE
Beeldscherm
Luchtbevochtiger-
pictogram
Luchtbevochtigernummers
Regelwiel/drukknop
Ramp-knop
Beschikbare therapiemodi
Het REMstar Auto A-Flex-apparaat biedt de volgende therapiemodi:
CPAP – Deze modus voert continue positieve luchtwegdruk uit; CPAP houdt gedurende de gehele ademhalingscyclus een constant
drukniveau in stand.
Auto-CPAP – Deze modus voert CPAP-therapie uit waarbij het drukniveau automatisch wordt aangepast aan uw behoeften.
Auto-Trial – Indien beschikbaar op uw apparaat voert deze modus CPAP-therapie uit waarbij het drukniveau automatisch wordt
aangepast aan uw behoeften. De Auto-Trial-modus is beperkt tot een bepaald aantal dagen, ingesteld door uw arts. Nadat het
ingestelde aantal dagen verstreken is, schakelt uw apparaat automatisch over op de CPAP-Check-modus.
CPAP-Check – Indien beschikbaar op uw apparaat voert deze modus CPAP-therapie uit waarbij het drukniveau automatisch wordt
aangepast aan uw behoeften. De drukaanpassingen in de CPAP-Check-modus verlopen geleidelijker dan in de Auto-Trial-modus en de
omvang van de aanpassing die in de loop van de tijd kan plaatsvinden, is beperkt.
Beschikbare Flex-comfortfuncties
Het REMstar Auto A-Flex-apparaat biedt de volgende optionele Flex-comfortfuncties:
C-Flex – Voert drukontlasting na het uitademen uit om uw comfort op basis van uw behoeften te verbeteren.
A-Flex/C-Flex + – Voert drukontlasting aan het einde van het inademen en aan het begin van het uitademen uit om uw comfort op
basis van uw behoeften te verbeteren. Bij het uitvoeren van Auto-CPAP-therapie of Auto-Trial-therapie heet deze functie A-Flex. Bij het
uitvoeren van CPAP-therapie of CPAP-Check-therapie heet deze functie C-Flex + .
6
Geeft therapie-instellingen, patiëntgegevens en andere berichten weer. Het opstartscherm wordt tijdelijk
weergegeven zodra het apparaat wordt aangezet.
Dit pictogram licht op (verschillende kleuren) wanneer de optionele luchtbevochtiger en/of
de verwarmde slang aangesloten is en warmte toegevoerd wordt. Wit betekent dat klassieke
luchtbevochtiging geselecteerd is. Blauw betekent dat System One-luchtbevochtiging geselecteerd is.
Oranje betekent dat de verwarmde slang aangesloten is. Raadpleeg de gebruikshandleiding voor de
luchtbevochtiger voor nadere informatie.
De genummerde instellingen van de luchtbevochtiger zijn alleen zichtbaar wanneer de luchtbevochtiger
is aangebracht en er een therapie wordt uitgevoerd. U kunt het regelwiel gebruiken om de genummerde
instellingen voor de luchtbevochtiger te veranderen. Wanneer de verwarmde slang met de
luchtbevochtiger gebruikt wordt, regelen deze nummers de instelling van de verwarmde slang.
Draai aan het wiel om af te wisselen tussen opties op het scherm. Druk op het wiel om een optie te
kiezen. De primaire functie is om de luchtstroom aan/uit te zetten.
Wanneer de luchtstroom aan staat, kunt u met deze knop de ramp-functie activeren of opnieuw starten.
Wanneer de luchtstroom uit staat, kunt u met deze knop de maskercontrolefunctie activeren. Deze knop
licht op tijdens het uitvoeren van een therapie of tijdens specifieke waarschuwingen.
Lcd-beeldscherm
Regelwiel/drukknop
Ramp-knop
B
ESCHRIJVING
Gebruikshandleiding