Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ramp-Functie; Opti-Start-Functie; De Maskercontrolefunctie - Philips Respironics REMstar Auto A-Flex Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Ramp-functie

Het apparaat is uitgerust met een optionele ramp-functie die door uw thuiszorgverlener kan worden geactiveerd of gedeactiveerd. Deze
functie vermindert de luchtdruk wanneer u in slaap probeert te vallen en verhoogt de druk vervolgens geleidelijk (de zgn. 'ramp') totdat
uw voorgeschreven instelling is bereikt zodat u gemakkelijker in slaap kunt vallen.
Als de ramp-functie op uw apparaat is geactiveerd, drukt u, nadat u de luchtstroom hebt aangezet, op de RAMP-knop (
het apparaat. U kunt de RAMP-knop gedurende de nacht zo vaak als u wilt gebruiken.
Opmerking: Als de ramp-functie aan staat, verschijnt het ramp-pictogram (
Opmerking: Als de luchtstroom uit staat en u op de RAMP-knop drukt, start de maskercontrolefunctie als deze functie door uw
zorgverlener geactiveerd is.
Opmerking: Als het apparaat in Auto-CPAP-therapiemodus staat en de ramp-functie uitgeschakeld is, zorgt het indrukken van de
RAMP-knop ervoor dat de luchtdruk daalt en de Auto-CPAP-therapie wordt herstart bij de Auto-minimumdruk.

Opti-Start-functie

Deze functie bepaalt de optimale begindruk voor uw therapie wanneer de Auto-CPAP-therapiemodus wordt gebruikt. Deze optionele
functie kan door uw thuiszorgverlener worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Na iedere 30 uren Auto-CPAP-therapie wordt de optimale begindruk berekend op basis van het 90% drukniveau. De volgende keer dat de
therapie gestart wordt, past het apparaat de begindruk automatisch aan op het optimale instelpunt gebaseerd op hoe u het meest recent
hebt geslapen.
Het therapiescherm toont 'Opti-Start' onder de begindruk van de therapie (zie het voorbeeld hieronder).
Therapiescherm met Opti-Start
'Opti-Start' verschijnt alleen bij het begin van de therapie op het therapiescherm. 'Opti-Start' blijft alleen op het scherm zolang het
apparaat de therapie bij de begindruk uitvoert. Zodra de druk verandert, verdwijnt 'Opti-Start' .
Opmerking: Opti-Start is alleen beschikbaar als het apparaat in de Auto-CPAP-therapiemodus staat.

De maskercontrolefunctie

De optionele maskercontrolefunctie kan door uw thuiszorgverlener worden geactiveerd of gedeactiveerd. Met deze functie kunt u
controleren of het masker goed aansluit voordat de therapie wordt gestart. Dit gebeurt door het meten van de omvang van de lekkage.
Zet uw maskereenheid op. Als de maskercontrolefunctie is geactiveerd, drukt u, voordat u de luchtstroom aanzet, op de RAMP-knop
(
) boven op het apparaat. De luchtstroom begint en het maskercontrolefunctiescherm verschijnt (zie hieronder).
Maskercontrolefunctie – pictogrammodus
Het apparaat dient een testdruk toe terwijl het scherm vanaf 40 seconden aftelt. Na de test start de normale therapie en toont het scherm
een vinkje (
) of een
. De
lekkage de werking van het apparaat kan beïnvloeden, maar het apparaat blijft werken en therapie uitvoeren.
Opmerking: Als u wilt proberen om uw masker beter aan te brengen dan kunt u de therapie stoppen, uw masker bijstellen en de
maskercontrolefunctie nog een keer uitvoeren. Raadpleeg de instructies die met uw masker en hoofdband zijn meegeleverd voor de
juiste procedure voor het aanbrengen.
Opmerking: De maskercontrolefunctie is alleen beschikbaar als het apparaat in de Auto-CPAP-therapiemodus of Auto-Trial-
therapiemodus staat.
Opmerking: Als Split Night geactiveerd wordt, wordt de maskercontrolefunctie gedeactiveerd.
Gebruikshandleiding
Maskercontrolefunctie – tekstmodus
laat zien dat het apparaat met de gevonden lekkage optimaal kan functioneren. De
) in de rechter onderhoek van het therapiescherm.
) boven op
laat zien dat de
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave