7
|
Installatie van de leidingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
80
A
2,4
2,1
1,8
1,5
1,2
1
0,9
0,6
0,3
20
70
A Voordruk (bar)
B Maximum watervolume (l)
Water
Water+glycol
Voorbeeld: het maximum watervolume en de voordruk in het expansievat
Hoogteverschil in
(a)
de installatie
≤7 m
De voordruk moet niet
bijgeregeld worden.
>7 m
Doe het volgende:
▪
Verhoog
volgens
hoogteverschil
installatie.
moet met 0,1 bar verhoogd
worden voor elke meter
boven 7 m.
▪
Controleer
watervolume NIET groter is
dan
toegestaan watervolume.
(a)
Er is een hoogteverschil (m) tussen het hoogste punt van het watercircuit en de
binnenunit. Als de binnenunit zich op het hoogste punt van de installatie bevindt,
bedraagt de installatiehoogte 0 m.
Minimum debiet
Controleer of het minimum debiet in de installatie gegarandeerd is in alle
omstandigheden. Dit minimum debiet is vereist tijdens ontdooien/back-
upverwarming. Gebruik daartoe de overdrukomloopklep die bij de unit is geleverd.
OPMERKING
Om de juiste werking te garanderen is het aangeraden over een minimaal debiet van
28 l/min te beschikken tijdens de productie van warm tapwater.
120
170
200 220
270
140
Watervolume
≤200 l
de
voordruk
het
vereiste
van
de
De
voordruk
of
het
het
maximum
320
B
>200 l
Doe het volgende:
▪
Verlaag de voordruk volgens
het vereiste hoogteverschil
van
de
installatie.
voordruk moet met 0,1 bar
verlaagd worden voor elke
meter onder 7 m.
▪
Controleer
of
watervolume NIET groter is
dan
het
toegestaan watervolume.
Het expansievat van de
binnenunit is te klein voor de
installatie. In dit geval wordt er
geadviseerd om een extra vat
buiten de unit te installeren.
EPRA14~18DAV3+W1 + ETVH/X16S18+23DA6V+9W(G)
Daikin Altherma 3 H HT F
4P587502-1 – 2019.07
De
het
maximum