5.2 Het ruimteverwarmings-/koelingsysteem in/opstellen
5.2.1 Een enkele kamer
Vloerverwarming of radiatoren – Bedrade kamerthermostaat
EPRA14~18DAV3+W1 + ETVH/X16S18+23DA6V+9W(G)
Daikin Altherma 3 H HT F
4P587502-1 – 2019.07
5
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
▪
Een externe temperatuursensor opstellen
Het warmtepompsysteem levert aanvoerwater aan warmteafgevers in een of
meerdere kamers.
Omdat het systeem de mogelijkheid biedt om de temperatuur in elke kamer zeer
soepel te regelen, is het nodig dat u eerst de volgende vragen beantwoordt:
▪
Hoeveel
kamers
warmtepompsysteem?
▪
Welke soorten warmteafgevers gebruikt u in elke kamer en hoeveel bedraagt
hun aanvoertemperatuur waarvoor zij ontworpen werden?
Eens de vereisten inzake ruimteverwarming/koeling duidelijk zijn, adviseren wij
onderstaande in-/opstellingsrichtlijnen te volgen.
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt, zal de uitwendige
kamerthermostaat de vorstbescherming kamer bedienen. Vorstbescherming kamer
is echter alleen mogelijk wanneer [C.2] Ruimteverwarming/-koeling=Aan.
INFORMATIE
Wanneer een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt en Vorstbescherming
kamer in alle omstandigheden gegarandeerd dient te zijn, dan moet u Noodbedrijf
[9.5] op Automatisch zetten.
OPMERKING
Er kan een overdrukomloopklep in het systeem worden geïntegreerd. Denk erom dat
deze klep mogelijk niet op de afbeeldingen wordt getoond.
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Speciale
kamerthermostaat)
worden
er
verwarmd
B
A
interface
voor
menselijk
of
gekoeld
door
a
comfort
(BRC1HHDA
gebruikt
Uitgebreide handleiding voor de installateur
het
als
29