8
Werken met de zaag
8.1
Controles vóór het begin van de zaagwerkzaamheden
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel! Bij gebruik van beschadigde delen of onderdelen, die niet zoals
beschreven functioneren, bestaat groot gevaar voor ongevallen.
▶ Gebruik geen onderdelen die beschadigingen vertonen of waarvan de werking niet
gewaarborgd is.
▶ Wanneer gebreken worden vastgesteld, direct het werk stoppen en de defecte
onderdelen vervangen.
Voordat met zagen wordt begonnen moet aan alle hierna genoemde voorwaarden zijn
voldaan:
• U hebt de handleiding van de zaagkop en alle systeemproducten die worden toegepast
gelezen en u hebt zich vertrouwd gemaakt met de bediening van de zaag en de
onderdelen hiervan.
• De voorbereidende werkzaamheden op de bouwplaats zijn uitgevoerd (ondersteunin-
gen, watervoorziening enzovoort)
• Risicovolle zones zijn beveiligd en vrij van personen.
• Het water is aangesloten, de druk ligt binnen het voorgeschreven bereik en het
leidingsysteem vertoont geen lekkages.
• De stroom is aangesloten en d.m.v. aarding en een lekstroomschakelaar beveiligd.
• De afstandsbediening is radiografisch of via de afstandskabel met de zaag verbonden
en bevindt zich onder handbereik.
• De water- en stroomtoevoer en de afstandskabel zijn zo aangebracht, dat ze de
zaagkop gemakkelijk kunnen volgen en niet met bewegende onderdelen in contact
kunnen komen.
• De railvoeten en rails zijn correct uitgelijnd en correct gemonteerd.
• Op alle railuiteinden zijn de eindstops aangebracht.
• De zaagkop is correct op de rail aangebracht, de vergrendelingshendel is gesloten en
volledig vergrendeld. Controleer de correcte vergrendeling, door de vergrendelings-
kabel heen en terug te bewegen.
• Het zaagblad is in de correcte draairichting gemonteerd en de binnenflens en
klembouten (bij normaal zagen) resp. de bouten met verzonken kop (bij bondig
zagen) zijn met het noodzakelijke aanhaalmoment vastgezet.
• De beschermkap is volledig gemonteerd en vastgezet of er is voor een andere
beveiliging gezorgd.
• De noodstop op de afstandsbediening werkt en is ontgrendeld.
• De persoonlijke veiligheidsuitrusting, zoals op het apparaat afgebeeld, wordt gedra-
gen.
• De gereedindicator op de zaagkop brandt.
• Alle beveiligingsmaatregelen zijn uitgevoerd.
8.2
Richtlijnen en richtwaarden
De voorzaagsnede
De eerste snede wordt de voorzaagsnede genoemd. Deze moet altijd met uitgetrokken
zaagarm worden uitgevoerd.
Technische data
Zaagdiepte bij voorzaagsnede
*2328076*
2328076
≈ 4 cm
Nederlands
37