BIOS-
SETUPPROGRAMMA
In het BIOS-setup (basisconfiguratie van uw systeem-hardware)
heeft u veel instelmogelijkheden voor het gebruik van uw Notebook.
Zo kan u bijvoorbeeld de functie van de aansluitingen, de
beveiligingskenmerken of het beheer van de stroomvoorziening
wijzigen.
Het Notebook is reeds in de fabriek zo ingesteld dat een optimaal
functioneren wordt gegarandeerd.
Opgelet!Verander de instellingen alleen, als dit
absoluut noodzakelijk is of als u vertrouwd bent met
de configuratiemogelijkheden.
BIOS-
SETUP UITVOEREN
U kunt het configuratieprogramma alleen even na het opstarten van
het systeem uitvoeren. Als het Notebook reeds is opgestart, schakel
deze dan uit en start opnieuw op. Druk op de F2-functietoets om de
BIOS-SETUP op te starten.
G
EBRUIK VAN HET
In het menu van het installatiehulpprogramma staan 6
hoofdpunten. Elk menupunt is een functie of roept een bepaald
venster op met nieuwe instelopties. Selecteer met de
pijltjestoetsen de gewenste optie op de startpagina. Als u op een
menupunt klikt, wordt deze automatisch geopend. Met de
entertoets selecteert u het gewenste menupunt. In vensters met
optievelden kan u eveneens met behulp van de pijltjestoetsen de
gewenste optie selecteren. Naast elk veld ziet u één of meerdere
waarden. Als u naar een veld gaat, wordt de eerste (of: de enige)
waarde geselecteerd. Een geselecteerde waarde kan worden
gewijzigd door op de spatiebalk te drukken. In bepaalde velden
moet een waarde worden ingevoerd i.p.v. een waarde te
selecteren uit een lijst van mogelijke waarden. Andere velden
worden door het systeem zelf gegeven en kunnen niet worden
gewijzigd. Om naar het vorige niveau terug te keren drukt u op
de ESC-toets.
Als u niet zeker weet of de door u doorgevoerde
instellingen juist zijn, raden wij aan de „Setup-
Defaults" laden.
BIOS-S
ETUP
S S
O O F F T T W W A A R R E E
59