9.3 Vullen en ontluchten CV-zijdig (alleen Hottop en Zonnegascombi)
10 Inbedrijfstelling
11 Buiten bedrijf stellen
12 Onderhoud en garantie
Volg de instructies in het installatievoorschrift van de CV-ketel.
Indien de boiler en het collectorcircuit is gevuld en ontlucht is de zonneboiler klaar voor
gebruik.
Zorg dat de stekker van het Pompset in de wandcontactdoos zit en loop de checklist na
(hoofdstuk 15).
In sommige situaties kan het voorkomen dat de installatie buiten bedrijf moet worden
gesteld. Trek de stekker uit de wandcontactdoos. De installatie is nu buiten bedrijf.
Als er sprake is van vorstgevaar, bij de boiler, is het raadzaam de gehele installatie af
te tappen.
Als de collectoren worden ontkoppeld, zorg er dan voor dat de collector is afgedekt en
de temperatuur van de vloeistof onder de 40°C is.
In het algemeen zijn de zonneboilers onderhoudsvrij. De druk van het collectorsysteem
en de beschermingsgraad van het glycol/watermengsel moet echter één maal per drie
jaar gecontroleerd worden.
De verhouding van het glycol/watermengsel kan gemeten worden met een
refractometer. Plaats hiervoor een druppel van het mengsel op de glazen plaat. Sluit het
kapje en kijk door het venster naar de propyleen schaal. Deze waarde moet -15°C zijn.
De druk moet minimaal 2 bar zijn.
De pH-waarde van de collectorvloeistof moet minimaal 7 zijn. Deze kan gemeten
worden met pH-test strookjes die verkleuren bij aanraking met vloeistof.
Schade aan de boiler, collector en pompset met tussenliggende leidingen als gevolg van
bevriezing valt niet onder de garantie.
Voor de garantievoorwaarden verwijzen we naar de garantiekaart die bij de zonneboiler
is bijgeleverd.
22