5.2 Aansluiten van de collectorleidingen
Voor het aanleggen van de leidingen van en naar de collector gelden de volgende regels:
Alle leidingen tussen boiler en collector dienen uitgevoerd te worden in 15-22 mm
KIWA-gekeurd roodkoper of RVS flexibel leidingmateriaal (optie).
Tijdens normaal bedrijf kunnen de collectorleidingen kortstondig zeer heet worden
(>120°C). De collectorleidingen dienen zorgvuldig geïsoleerd te worden met UV- en
hittebestendig isolatiemateriaal (RVS flexibel leidingmateriaal is reeds voorzien
van UV- en hittebestig isolatiemateriaal).
Zie ook de installatiehandleiding HRsolar collector.
5.3 Plaatsen van de sensoren
Voor de werking van het systeem is de juiste plaatsing van de sensoren essentieel!
Plaatsing van de sensor in de boiler
Bij de 120 en 200 liter boiler zijn de sensoren al reeds geplaatst en behoort de sensor
alleen nog in de regeling te worden aangesloten op de contacten S2.
Bij de 300 en 400 liter boiler behoort de sensor met behulp van een sensorbuis
geplaatst te worden in de onderste 1/2" aansluiting in de boiler.
Plaatsing van de sensor in de collector
De temperatuursensor dient te worden gemonteerd in de laatste (warmste) collector
aan de uitstromende zijde. Voor uitgebreidere instructies zie de installatiehandleiding
HRsolar collector.
Om de collectorsensor te beschermen tegen bliksem kan de SP10 geïnstalleerd
worden. Deze moet zo dicht mogelijk bij de collectorsensor geplaatst worden.
10