9. UNIFLOOR 500-instellingen
Gevaar voor brandwonden
Raak de buis van het verwarmingselement, het mondstuk en de linoleumklep niet aan wanneer ze heet
zijn. Laat altijd eerst het lasapparaat afkoelen.
Voordat u de UNIFLOOR 500 installeert, koppelt u het netsnoer (1) los van het apparaat.
9.1 Het spoor aanpassen
• Controleer de uitlijning van de geleiderol (10), het lasmondstuk (6) en de draadaandrukrol (11).
Deze drie componenten moeten uitgelijnd zijn.
• Til de draadklemrol (11) op met behulp van de hendel van de draadklemrol (13).
• Plaats het uitlijnhulpmiddel (meegeleverd in de leveringsomvang) op de vloer en plaats het heteluchtlasap-
paraat er bovenop zoals in de onderstaande afbeelding te zien is.
• Draai het heteluchtapparaat (7) handmatig naar de onderste aanslag.
• Controleer of het lasmondstuk (6) evenwijdig is aan de bijbehorende groef in het uitlijnapparaat.
• Als dat niet het geval is, draait u de 4 zeskantige inbusschroeven (40) los met de meegeleverde pensleutel
(T15) en lijnt u het mondstuk uit zodat het evenwijdig is aan de groef. Hiervoor kunt u het heteluchtapparaat (7)
naar wens omhoog en omlaag draaien. Draai vervolgens de 4 schroeven weer vast.
• Draai de borgschroef van de draadaandrukrol (38) los met de meegeleverde zeshoekige pensleutel (SW3).
• Laat de draadaandrukrol (11) met de hendel van de draadaandrukrol (13) zakken en lijn hem zo nodig
lateraal uit zodat de geleiderol (10), het lasmondstuk (6) en de draadaandrukrol (11) in de groef van het
uitlijningsapparaat zijn gecentreerd.
• Draai de borgschroef van de draadklemrol (3) vast.
• Controleer de uitlijning van de voerdraadstang (29) met de draadaandrukrol (11). Het onderste deel van de
voerdraadbuis (29) moet gecentreerd zijn op de draadaandrukrol (11).
• Als de oriëntatie van de voerdraadstang (29) niet correct is, draait u de borgschroef van de voerdraad-
stang (39) los.
• Lijn de voerdraadbuis (29) uit en draai de borgschroef van de voerdraadbuis (39) weer vast.
Uitlijningsapparaat
40
13
11
38
29
39
10
19