70
De functie voor beeldstabilisatie instellen
Met de functie voor beeldstabilisatie kunt u het effect van
camerabewegingen (onscherpe beelden) verminderen wanneer u
opnamen maakt van onderwerpen in de verte die zijn vergroot of
wanneer u opnamen maakt in donkere omstandigheden zonder flitser.
Uit
Continu
Opname
Pan
1
Selecteer [IS modus].
1. Druk op de knop
2. In het menu
of
te selecteren.
2
Accepteer de instelling.
1. Gebruik de knop
optie voor beeldstabilisatie
te selecteren.
2. Druk op de knop
–
U kunt het effect van de IS-modus op de
beeldvervaging controleren op het LCD-scherm
aangezien de IS modus continu actief is. Hierdoor
wordt de compositie van beelden eenvoudiger en kunt
u gemakkelijker op onderwerpen scherpstellen.
Omdat de IS-modus enkel actief is wanneer de
sluiterknop wordt ingedrukt, zullen de opnamen
scherper zijn zelfs wanneer de onderwerpen op
het LCD-scherm niet vloeiend bewegen.
Deze optie stabiliseert enkel het effect van op-
en neerwaartse camerabewegingen op het beeld.
Deze optie wordt aanbevolen voor horizontaal
bewegende objecten.
.
gebruikt u de knop
om [IS modus]
of
.
Beschikbare opnamemodi
om een
p. 222