8. Elektrische aansluiting
Volg onderstaande instructie op voor het elektrisch aansluiten van de WTU
•
Elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
•
Tijdens de installatie moet de technicus alle vereiste veiligheidsmaatregelen nemen.
•
De elektrische bedrading moet worden aangesloten volgens het aangegeven bedradingsschema.
In de fabriek aangebrachte elektrische aansluitingen mogen niet worden gewijzigd.
•
De elektriciteitskabels die worden gebruik voor aansluiting op het elektriciteitsnetwerk moeten
voldoen aan de geldende standaarden.
•
Tussen het elektriciteitsnetwerk en de WTU moet een werkschakelaar worden aangebracht. De
werkschakelaar moet worden gekozen op basis van het totale vermogen en de spanning die op
het typeplaatje zijn aangegeven.
•
Een eventuele interne elektrische naverwarmer heeft een eigen elektrische aansluiting met een
eigen zekering en aansluitschema.
•
Gebruik van een (hoofd)zekering vóór de unit wordt aanbevolen. De WTU beschikt ook over
enkele interne zekeringen zoals op elektriciteitsschema aangegeven.
Elektrische aansluitwaarde WTU
WTU-03-DA-EC
WTU-04-DA-EC
WTU-06-DA-EC
WTU-09-DA-EC
WTU-11-DA-EC
WTU-13-DA-EC
WTU-15-DA-EC
20
Total (kW)
Spanning (V)
1,0
400
1,6
400
2,4
400
3,5
400
5,8
400
7,0
400
10,8
400
Aansluitwaarde
3 x 16 A
3 x 16 A
3 x 16 A
3 x 16 A
3 x 16 A
3 x 16 A
3 x 25 A
Aderdikte (mm
)
2
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
4,0