4
Overzicht van de meest voorkomende functies
4.1
Ruimtetemperatuur veranderen
Bediening
Wanneer u het op deze dag te koud of te warm vindt: ruimtetemperatuur tijdelijk veranderen
Ruimtetemperatuur tot de volgende schakeltijd veranderen
▶ Keuzetoets draaien om de gewenste ruimtetemperatuur in te stellen.
De betreffende tijdsperiode wordt in het balkendiagram van het klokprogramma grijs weergegeven.
▶ Enkele seconden wachten of keuzetoets indrukken.
De bedieningseenheid HMC300 werkt met de gewijzigde instelling. De verandering geldt tot de volgende schakeltijd van
het klokprogramma voor verwarming is bereikt. Daarna gelden weer de instellingen van het klokprogramma.
Temperatuurverandering ongedaan maken
▶ Verdraai de keuzetoets, tot de betreffende tijdsperiode in het balkendiagram van het tijdprogramma weer zwart wordt
weergegeven en druk de keuzetoets in.
De verandering is opgeheven.
Wanneer het constant te koud of te warm is: gewenste kamertemperatuur voor cv-bedrijf en verlaagd regime instellen (bijvoorbeeld voor cv- en nachtbedrijf)
▶ Geoptimaliseerd bedrijf activeren ( hoofdstuk 4.3).
▶ Enkele seconden wachten of keuzetoets indrukken om het popup-venster te sluiten.
▶ Keuzetoets draaien om de gewenste ruimtetemperatuur in te stellen.
▶ Enkele seconden wachten of keuzetoets indrukken. Verandering in het popup-venster door indrukken van de keuzetoets
bevestigen (of door indrukken van de terugtoets verwerpen).
De actueel geldige ruimtetemperatuur wordt in de onderste helft van het display in een popup-venster getoond.
De bedieningseenheid HMC300 werkt met de gewijzigde instellingen.
▶ Menutoets indrukken om het hoofdmenu te openen.
▶ Keuzetoets indrukken om het menu Verwarmen/koelen te openen.
▶ Keuzetoets draaien om het menu Temperatuurinstellingen te markeren.
▶ Keuzetoets indrukken om het menu te openen.
▶ Wanneer twee of meer cv-circuits zijn geïnstalleerd, draaien aan keuzetoets om CV-circuit 1, 2, 3 of 4 te markeren en
keuzetoets indrukken.
▶ Keuzetoets draaien om Verwarmen, Sparen Verhogen of Koelen te markeren.
▶ Druk de keuzetoets in.
▶ Keuzetoets draaien en indrukken om de gewenste instelling, bijv. voor het verlaagd regime, te activeren.
Wanneer de temperatuurregeling wordt geactiveerd:
▶ Keuzetoets draaien en indrukken om de temperatuur in te stellen. De grenzen van de instelwaarden voor de temperaturen
zijn van de instelling voor de telkens andere bedrijfsmodus afhankelijk.
De bedieningseenheid HMC300 werkt met de gewijzigde instellingen. De instellingen hebben invloed op alle klokpro-
gramma's voor de verwarming (wanneer twee of meer cv-circuits zijn geïnstalleerd, alleen op het geselecteerde cv-cir-
cuit).
Tabel 3 Ruimtetemperatuur
4.2
Warm water instellen
Bediening
Wanneer u buiten de in het klokprogramma ingestelde tijden warm water nodig heeft: extra warm water activeren (= functie direct warm water).
▶ Toets extra warm water indrukken.
De warmwaterbereiding is per direct met de ingestelde temperatuur en voor de ingestelde duur actief. Na enkele seconden
wordt in de informatiegrafiek het symbool voor extra warm water getoond.
Om de functie extra warm water te deactiveren, voordat de ingestelde duur voorbij is:
▶ toets extra warm water opnieuw indrukken.
Wanneer u het warme water te koud of te warm vindt: bedrijfsmodus van de warmwaterbereiding veranderen
▶ Warmwater-toets indrukken.
De bedieningseenheid toont de keuzelijst voor de warmwatervoorziening.
▶ Keuzetoets draaien om de gewenste bedrijfsmodus te markeren.
▶ Druk de keuzetoets in.
De bedieningseenheid HMC300 werkt met de gewijzigde instellingen. De temperaturen voor de bedrijfsmodi Warmwater en
Warmwater spaar kan uw vakman voor u instellen.
Tabel 4 Overige instellingen
8
Resultaat
6 720 816 398-05.2O
6 720 816 398-06.1O
6 720 816 398-07.1O
6 720 816 398-08.1O
Resultaat
6 720 816 398-09.1O
6 720 816 398-10.1O
EnviLine A/W Monoblock • 6 720 817 800 (2015/08)