12.2.6
Slang condensbak
• Licht het bovenste deel van de sifon omhoog. Het bochtje is losneembaar.
• Maak hierna de clip los waarmee de slang op de condensbak vast zit. Verwijder de slang.
• Maak de slang van binnen goed schoon. Spoel hem door.
• Controleer of boven in de sifon geen vuil is opgehoopt. Verwijder dit.
• Plaats de slang terug. Plaats de clip weer terug en knijp deze aan.
Neem het toestel weer in bedrijf
12.2.7
Meet de gasvoordruk
Op meetpunt 1 (figuur 12.4) van het gasblok kan de gasvoordruk gemeten worden. Controleer het volgende:
• Als het toestel niet in bedrijf is, blijft de voordruk constant tussen een waarde van 20 - 30 mbar?
• Daalt de gasdruk niet al te veel bij het in bedrijf gaan van het toestel (minimum voordruk 20 mbar bij vollast)?
12.2.8
Controleer de gasdrukinstelling van het gasblok
Meetcondities van de gasdrukinstelling
ZEER BELANGRIJK!
VERWIJDER de kap van de luchtdicht afgesloten ruimte. Er MOET gemeten worden zonder kap.
• Meet uitsluitend als het toestel op minimaal vermogen brandt, na 1 minuut wachten.
• Gebruik een nauwkeurige drukmeter (meetnauwkeurigheid ±2 Pa.). Stel de drukmeter in op Pascals en calibreer.
• Sluit de drukmeter aan: "PLUS" aansluiten op het meetpunt geregelde gasdruk (2).
Figuur 12.4
Resultaat van de meting (let op: de kleuren van de vlam zijn niet meer dan een indicatie!)
• Een PLUS gasdruk:
• Een NEGATIEVE gasdruk: dus minder gas dan lucht - ARM mengsel (blauwe vlammen).
• Geadviseerde instelling van het gasblok: van -5 tot 0 Pascal (donker rode vlammen).
(let op! -5 wil zeggen dat de gasdruk 5 Pascal lager is dan de luchtdruk)
Indien de gasdruk niet tussen de - 5 en 0 Pa zit: Stel de gasdruk in op 0 Pascal.
Eventueel bijstellen
• De instelschroef (3) zit achter de aluminium dop. Deze dop is verzegeld. Verzegel de dop na het bijstellen weer!
• Stel de gasdruk in op precies 0 Pascal (let op: de kleuren van de vlam zijn niet meer dan een indicatie!).
- Rechtsom: gasdruk wordt hoger - rijker mengsel: vlam / brander wordt meer geel / oranje.
- Linksom:
Vergeet niet om de meetpunten op het gasblok weer dicht te doen en verzegel het gasblok!
Werkingsprincipe van de
gastoevoer.
De ventilator zuigt zowel
lucht als gas aan.
Met de instelschroef (3)
kan de juiste gas/lucht
verhouding ingesteld
worden.
dus meer gas dan lucht
gasdruk wordt lager - armer mengsel: vlam / brander wordt blauwer.
MegaDens 3
/ MegaDens 4
222
Er MOET gemeten worden ZONDER kap voor de
gesloten ruimte (ventilator zichtbaar).
1
Meetpunt gasvoordruk
2
Meetpunt geregelde gasdruk
3
Instelschroef voor gasdrukinstelling (onder dop)
4
Gasinspuiter
5
Meng-venturi
6
Meetslang luchtdruk gesloten ruimte
7
Gesloten ruimte
8
Meetpunt luchtdruk in gesloten ruimte
Omrekenwaarde:
0,1mbar = 10Pa = 1mmwk
1mbar = 100Pa = 10mmwk
- RIJK mengsel (geel-oranje vlammen).
/ MegaDens 5
226
231
31