Instellingen
• S cherm-modus:
– Adapt Display: gebruik deze stand om het scherm te optimaliseren op basis van de
scherminstellingen.
– Dynamisch: gebruik deze stand om de displaykleuren helderder te maken.
– Standaard: gebruik deze stand voor normale omstandigheden.
– Professionele foto: gebruik deze stand om de displaykleuren in echte kleuren weer te
geven.
– Bioscoop: gebruik deze stand voor donkere omgevingen, zoals een donkere kamer.
• H elderheid: de helderheid van het scherm aanpassen.
• S cherm automatisch draaien: de interface instellen om automatisch te draaien wanneer u het
apparaat draait.
• T ime-out scherm: instellen na hoeveel tijd de achtergrondverlichting van het scherm moet
worden uitgeschakeld door het apparaat.
• D agdromen: instellen dat het apparaat schermbeveiliging weergeeft wanneer uw apparaat is
verbonden met een desktopdock of bezig is met opladen.
• L ettertype: het lettertype voor de schermtekst wijzigen.
• T ekstgrootte: de tekstgrootte wijzigen.
• D uur verlichting tiptoetsen: de duur instellen voor de achtergrondverlichting van de
aanraaktoetsen.
• B atterijpercentage weergeven: instellen dat het apparaat de resterende batterijtijd weergeeft.
• B ewerken na schermafbeelding: instellen dat het apparaat de schermafbeelding bewerkt
nadat deze is gemaakt.
• S chermtint auto-aanpassen: instellen dat het apparaat stroom bespaart door de helderheid
van het scherm aan te passen.
• A anraakgevoeligh. verhogen: instellen dat het apparaat automatisch de aanraakgevoeligheid
aanpast.
Afhankelijk van het materiaaltype dat u draagt wanneer u het apparaat aanraakt, worden
bepaalde opdrachten mogelijk niet herkend.
127