Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Brandstoftank Vullen; De Maaihoogte Instellen; Het Motoroliepeil Controleren - Toro 20951 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing

De brandstoftank vullen

GEVAAR
Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie van benzine kan brandwonden
veroorzaken.
• Om te voorkomen dat een statische lading de
benzine tot ontbranding kan brengen, moet u
het benzinevat en/of de maaimachine voordat
u de tank vult op de grond plaatsen, niet op een
voertuig of een ander object.
• Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer
de motor koud is. Neem gemorste benzine op.
• Rook niet als u omgaat met benzine, en houd
benzine uit de buurt van open vuur of brandstof.
• Bewaar benzine in een goedgekeurd benzinevat
en buiten bereik van kinderen.
Vul de brandstoftank met verse loodvrije, normale
benzine van een bekend merk (Figuur 12).
Belangrijk: Om startproblemen bij het volgende
seizoen te verminderen, moet u het hele seizoen een
stabilizer toevoegen aan de benzine. Gebruik nooit
benzine die ouder is dan 30 dagen.
Figuur 12

Het motoroliepeil controleren

Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Het
motoroliepeil controleren.
1. Verwijder de peilstok uit de buis en veeg deze
schoon. Schuif daarna de peilstok weer helemaal
terug (Figuur 10).
2. Haal de peilstok eruit en controleer het
oliepeil (Figuur 10). Als het peil onder de
Bijvullen-markering op de peilstok staat, giet dan
lanzaam voldoende olie in de vulbuis totdat het peil
de Vol-markeringhop de peilstok bereikt. Niet te
vol vullen. (Maximaal vullen: 0,59 l, type: SAE 30
reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie SF, SG,
SH, SJ, SL van het American Petroleum Institute
(API) of hoger).
3. Plaats de peilstok.

De maaihoogte instellen

WAARSCHUWING
Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in
aanraking komen met een bewegend mes. Dit kan
ernstig letsel veroorzaken.
• Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
• Plaats uw vingers niet onder de behuizing als u
de maaihoogte instelt.
VOORZICHTIG
Als de motor heeft gelopen, kan de geluiddemper
heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken.
Blijf uit de buurt van een hete geluiddemper.
Zet de maaihoogte op de gewenste stand. Stel de voor-
en achterwielen op dezelfde hoogte in.
Opmerking: Om de maaimachine hoger te zetten,
moet u de beide maaihoogtehendels naar voren
bewegen; om de machine lager te zetten, moet u deze
naar achteren bewegen (Figuur 13).
Opmerking: De maaihoogte-instellingen zijn als volgt:
A = 21 mm; B = 33 mm; C = 50 mm; D = 67 mm; E
= 84 mm; en F = 98 mm.
9
Figuur 13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave