2-INSTALLATIE
VOORBEELDEN VAN EEN CORRECTE INSTALLATIE
2
U
C
I
S
P
16
1
U
E
V
I
D
B
A
4
T
I
1. Installatie rookkanaal Ø120mm met gat voor de
doorgang van de buis plus:
minimum 100mm rond de buis indien in contact met
niet-ontvlambare delen zoals cement, bakstenen, enz.;
of
minimum 300 mm rond de buis (of zoals beschreven
volgens de gegevens van het label) indien in contact met
ontvlambare delen zoals hout enz.
F
In beide gevallen moet men tussen het rookkanaal en de
vloer een geschikt isolerend materiaal aanbrengen.
Het is aanbevolen om de gegevens van het label van het
rookkanaal te controleren en in acht te nemen, met name
de veilige afstanden tot brandbare materialen.
De vorige regels gelden ook voor gaten die in de muur
worden gemaakt.
2. Oud rookkanaal, ingekapseld, minimum Ø100mm met
uitvoering van een extern deurtje om de schoorsteen te
kunnen reinigen.
3. Extern rookkanaal uitsluitend uitgevoerd met
geïsoleerde inox buizen, dit betekent dubbelwandig,
minimum Ø100mm: de buis moet goed aan de muur
verankerd zijn. Met windwerende schoorsteenpot. Zie
fig.7 type A.
4. Systeem voor kanalisatie via T-koppelingen die een
3
gemakkelijke reiniging mogelijk maken zonder de buizen
te demonteren
AFBEELDING 11
U = ISOLERING
V = EVENTUELE REDUCTIE VAN 100 TOT 80 MM
I = INSPECTIEDOP
I
S = INSPECTIEDEURTJE
P = LUCHTINLAAT
U
T = T-AANSLUITING MET INSPECTIEDOP
I
A = MINIMUM 40 MM
B = MAXIMUM 4 M
C = MINIMUM 3°
D = MINIMUM 400 MM
E = DIAMETER OPENING
F = ZIE FIG.2-3-4-5-6