Anleitung_SKA_2502_C_NL:_
buigingen en knikken. Het uiteinde van de buis
mag niet in een houder liggen die vol water kan
lopen. Wanneer er water in de afvoerbuis blijft
zitten, kan waterschade optreden.
Schuif de bijkomende afvoerbuis op de steun
van de afvoerbuis aan het toestel binnen. Maak
deze aansluiting goed vast met kleefband.
Belangrijke aanwijzing:
Onderstaande werkzaamheden uitsluitend door onze
servicepartner of een gespecialiseerd bedrijf voor
koeltechniek van uw keuze laten uitvoeren.
5. Aansluiting van de koelmiddelleidingen op het
binnenapparaat (fig. 15)
Plaats de koelmiddelleidingen van het
binnenapparaat naar het buitenapparaat.
Verwijder de kunststofsluitingen van het
koelmiddelaansluitstuk op het binnenapparaat en
op de overeenkomstige koelmiddelleiding.
Plaats de schroefkoppeling op de
koelmiddelleiding recht op de schroefdraad op
het binnenapparaat.
Schroef de eerste schroefdraadgangen met de
hand tegen de richting van de wijzers van de
klok in aan.
Gebruik dan een gepaste platte open sleutel en
haal de schroefkoppelingen aan. Het uit te oefen
aanspankoppel vindt u terug in de onderstaande
tabel. Controleer het aanspankoppel d.m.v. een
dynamometrische sleutel.
Ø 6,35 mm buis = 15 - 20 Nm
Ø 9,53 mm buis = 31 - 35 Nm
Aanwijzingen:
De bovenste haak (fig. 16) van de montageplaat
moet aan de achterkant van het binnenapparaat
veilig zijn vastgehaakt. Om de verbinding van de
buisleiding te vergemakkelijken is het
binnenapparaat beneden b.v. met behulp van
een schroevendraaier van de muur weg te tillen.
Na het verbinden van de buisleiding moet de
schroevendraaier opnieuw worden verwijderd en
moet het binnenapparaat ook met de onderste
haak (fig. 16) van de montageplaat veilig worden
vastgehaakt.
De buisleiding moet zorgvuldig worden gebogen
en geplaatst. (Fig. 17)
Beide koelmiddelleidingen moeten op de
verbindingsplaatsen worden geïsoleerd.
De condensatiewater-afvoerslang dient steeds
onder de koelmiddelleiding te worden
vastgebonden.
U dient er zich van te vergewissen dat alle
buizen aan de achterkant van het
26.02.2008
13:52 Uhr
Seite 17
binnenapparaat dicht zijn.
Zorg ervoor dat de condensatiewater-
afvoerslang op het laagste punt van het
isolatiepakket ligt. De slang moet gescheiden zijn
van kabels en aansluitbuis zodat geen
condensatiewater over kabels en buis kan lopen.
Kruis de netkabel niet met andere kabels.
6. Omwikkelen van de leidingen (fig. 18/19)
Let erop dat de leiding voor de aansluiting op het
net niet naar buiten geleid wordt. Alle buizen,
elektrische leidingen en de waterafvoerbuis
moeten met bijgeleverde beschermende band
omwikkeld worden. Naargelang de leidingen
naar links of naar rechts geleid worden, moet de
andere leiding verwijderd worden uit het toestel
binnen.
Het leidingpakket wordt tussen het huis van het
binnenapparaat en de muur gelegd.
Legende fig. 18
A = verbindingskabel binnen-/buitenapparaat
B = koelmiddelleiding
C = wikkelband
D = condensatiewater-afvoerslang
7. Eindmontage binnenapparaat
Leidt het leidingpakket doorheen de bijgeleverde
muurdoorvoering. Zet de muurdoorvoeringskap
van buiten op de muurdoorvoering. Dicht de
muurdoorvoering af ten opzichte van de muur
d.m.v. de bijgeleverde dichtingsmassa.
8. Elektrische aansluiting op het binnenapparaat
Let wel: de elektrische aansluiting mag alleen door
een elektricien worden uitgevoerd die erkend is door
de energievoorzieningsmaatschappij.
Gebruik uitsluitend de bijgeleverde
verbindingskabels of, indien die niet lang zijn, een
kabel van dezelfde kwaliteit.
Verwijder de hoekafdekking van het
binnenapparaat.
Sluit de kabel aan op het binnenapparaat
volgens het aansluitschema (fig. 20).
(PE = geel/groene ader)
C. Bevestiging van het toestel buiten
Let zeker op de montageaanwijzingen.
1. Voor de montage
Kies de plaats van het toestel buiten (let op de
bovenstaande aanwijzingen voor de keuze van
de plaats).
Kijk of de voorhanden zijnde netspanning
overeenkomst met de netspanning die op het
NL
17