Steek nu de manchetslang in de
aansluiting voor de manchetstekker.
Let op: Het apparaat mag alleen met de originele manchet
gebruikt worden. De manchet is geschikt voor een armomvang
van 22 tot 35 cm.
Een grotere manchet voor een armomvang van 30 tot 42 cm
is verkrijgbaar in de vakhandel of via het serviceadres en heeft
bestelnummer 162.973.
Neem de juiste lichaamshouding aan
• Rust voorafgaand aan iedere meting ongeveer 5 minuten uit.
Anders ontstaan er afwijkingen.
• U kunt de meting zittend of liggend uitvoeren. Let er in ieder
geval op dat de manchet zich ter hoogte van het hart be-
vindt.
• Zorg ervoor dat u tijdens de bloeddrukmeting comfortabel
zit. Ondersteun uw rug en armen. Ga niet met gekruiste be-
nen zitten. Plaats uw voeten plat op de vloer.
• Om het meetresultaat niet te beïnvloeden is het belangrijk
dat u zich tijdens de meting rustig gedraagt en niet spreekt.
Geheugen selecteren
Druk op de toets SET. Selecteer de gewenste geheugenplaats
met behulp van de functietoetsen -/+. U hebt vier geheu-
gens met dertig geheugenplaatsen om de meetresultaten van
vier verschillende personen of om metingen 's morgens en 's
avonds afzonderlijk op te slaan.
Bevestig uw keuze met toets
Uitvoeren van een bloeddrukmeting
• Breng zoals eerder beschreven de manchet aan en neem de
houding aan waarin u de meting wilt uitvoeren.
• Start het meetproces door de toets
ken. Na de controle van de display, waarbij alle cijfers op-
lichten, wordt de manchet automatisch opgepompt. Tijdens
het oppompen stelt het apparaat al meetwaarden vast, die
dienen voor het schatten van de benodigde oppompdruk.
Mocht deze druk niet voldoende zijn, dan pompt het appa-
raat automatisch bij.
• Vervolgens wordt de druk in de manchet langzaam verlaagd
en de pols gemeten.
• Wanneer de meting is voltooid, wordt de resterende lucht-
druk zeer snel verlaagd. De polsslag, de systolische en de
diastolische bloeddruk worden weergegeven.
• U kunt de meting te allen tijde door middel van de toets
annuleren.
• Als u over het algemeen een hogere oppompdruk nodig
hebt, dan kunt u het napompen mijden door kort na aanvang
van het oppompproces de toets M+ ingedrukt te houden.
Houd deze toets ingedrukt totdat de gewenste manchetdruk
is bereikt. Deze moet ca. 30 mmHg boven de systolische
waarde liggen.
7
.
langere tijd in te druk-