Toegestane temperatuur en luchtvochtigheid
Storage
55°C
bij opslag
-20°C
1
RH ≤85%
Toegestane temperatuur en luchtvochtigheid
Operating
40°C
bij gebruik
10°C
RH ≤85%
Niet blootstellen aan vocht
SN
Serienummer
Met de CE-markering wordt aangetoond dat
het apparaat voldoet aan de fundamentele ei-
0483
sen van de richtlijn 93/42/EEG voor medische
hulpmiddelen.
Gebruiksaanwijzingen
• Meet uw bloeddruk altijd op hetzelfde tijdstip, zodat de ge-
meten waarden met elkaar vergeleken kunnen worden.
• Rust voorafgaand aan iedere meting ca. 5 minuten uit
• Als u meerdere metingen bij dezelfde persoon wilt uitvoeren,
moet tussen de afzonderlijke metingen telkens 5 minuten
rust worden gehouden.
• Ten minste 30 minuten voor de meting mag u niet eten, drin-
ken of roken, en geen lichamelijke inspanningen verrichten.
• Herhaal de meting wanneer u twijfelt over de gemeten waar-
den.
• De waarden die u hebt gemeten, dienen slechts als indicatie
– ze vormen geen vervanging van een medisch onderzoek!
Bespreek uw meetwaarden met uw arts. Neem in geen geval
op eigen grond medische beslissingen op basis van deze
waarden (bijv. met betrekking tot medicijnen en hun doserin-
gen)!
• Gebruik de bloeddrukmeter niet bij baby's, zwangeren en
vrouwen met pre-eclampsie.
• Aandoeningen aan het hart en de bloedvaten kunnen leiden
tot foutieve metingen of de meetnauwkeurigheid beïnvloe-
den. Dit is ook het geval bij een zeer lage bloeddruk, dia-
betes, doorbloedings- en hartritmestoornissen en bij koude
rillingen of trillingen.
• De bloeddrukmeter mag niet in combinatie met een een chi-
rurgisch apparaat met hoge frequenties worden gebruikt.
• Gebruik het apparaat alleen bij personen waarvan de omtrek
van de bovenarm binnen het aangegeven bereik valt.
• Let op dat de functie van het betreffende ledemaat tijdens
het oppompen kan worden beïnvloed.
• De bloedsomloop mag door de bloeddrukmeting niet on-
nodig lang worden afgebonden. Haal bij storingen van het
apparaat de manchet van de arm.
• Zorg ervoor dat de manchetslang niet wordt bekneld, sa-
mengedrukt of geknikt.
• Voorkom een aanhoudende druk in de manchet en veelvul-
dige metingen. De belemmering van de bloeddoorstroming
die daardoor ontstaat, kan leiden tot verwondingen.
• Let op dat de manchet niet om een arm wordt geplaatst
waarvan de slagaderen of aderen een medische behandeling
ondergaan, zoals intravasculaire toegang, intravasculaire
therapie of een arterioveneuze shunt.
• Plaats de manchet niet bij personen die een borstamputatie
hebben ondergaan.
• Plaats de manchet niet over wonden, omdat dit kan leiden
tot meer verwondingen.
3