Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
4.4 Aansluitvoorbeeld
Serieschakeling van 4 veiligheidssensoren EX-CSS 8-180-2P+D+M-L-3G/D met gemeenschappelijke kabel voor de in- en uitgangen
Meerdere veiligheidssensoren kunnen in serie geschakeld worden door deze in de schakelkast of door middel van verdeeldozen ter plaatse te
verbinden. Een sensor van dit type kan ook als individueel apparaat of als eerste sensor van een keten gebruikt worden. In dit geval wordt de
positieve bedrijfsspanning op de beide veiligheidsingangen aangesloten worden.
CST-180-1
BN
BU
RD
BK
WH
GY
VT
4.5 Opmerkingen met betrekking tot de totale lengte van een keten
van veiligheidssensoren
Typische weerstand van de aansluitkabels van de verschillende
sensoren (20 °C)
0,50 mm²: ca. 36 Ω / km
0,34 mm²: ca. 52 Ω / km
0,25 mm²: ca. 71 Ω / km
De weerstand van de veiligheidsuitgangen / gebruikte sensor is
afhankelijk van de belasting:
• 3 00 mΩ bij 1 A stroombelasting, d.w.z. max. belasting van de
veiligheidsuitgangen 2 x 500 mA
• 3 0 mΩ bij 100 mA stroombelasting, d.w.z. 2 x 50 mA belasting indien
een veiligheidsmodule aangesloten i s
• Eigen stroomverbruik van een veiligheidssensor ca. 30 mA
• Diagnose-uitgang van een veiligheidssensor max. 50 mA
Een sensorketen van 6 sensoren van ongeveer 200 m lang met
een kabeldoorsnede van 0,5 mm² en bij 20°C, vertoont een
spanningsverlies van ongeveer
2 V bij een totale stroombelasting van 100 mA aan de
veiligheidsuitgangen. Indien
verdeeldozen geïnstalleerd worden, moeten bij grotere kabellengtes de
aderdoorsneden tussen de verdeeldozen zo ontworpen worden, dat de
aangesloten belasting een zo laag mogelijk
spanningsverlies op de verbindingskabels veroorzaakt.
Bij het leggen van stuurstroombedrading is een afscherming niet
noodzakelijk. De leidingen moeten echter gescheiden worden van de
toevoerleidingen en de energieleidingen.
Die max. Absicherung einer Sensorkette zum Leitungsschutz ist
abhängig vom Querschnitt der Sensoranschlussleitung.
Bij zeer lange sensorkettingen kan het nuttig zijn de
stroomtoevoer aan het begin van de ketting te voorzien.
De toevoer van de veiligheidssensoren en van de
veiligheidskanalen kan dan individueel, bijv. telkens met A 1
gG beveiligd worden.
CST-180-1
BN
BU
RD
BK
WH
GY
VT
0 V
0 V
CST-180-1
BN
BU
RD
BK
WH
GY
VT
0 V
NL
EX-CSS 180
24 V
CST-180-1
0 V
BN
BU
RD
Veiligheidsmodule
BK
WH
GY
VT
0 V
5