REMKO serie EM
Buiten werking stellen
1. De keuzeschakelaar
in stand "0"
zetten.
De luchttoevoerventilator
draait voor de afkoeling van
de apparaten verder en schakelt
pas na voldoende afkoeling uit.
De ventilator kan tot het definitief
uitschakelen meerdere keren
starten.
2. Bij langere
stilstandstijden
moeten
de apparaten
van het
elektriciteitsnet
worden
losgekoppeld.
LET OP
De stroomaansluiting nooit
voor beëindiging van de gehele
nakoelfase onderbreken.
Voor schade aan de apparaten door
oververhitting kan geen aanspraak
op garantie worden gemaakt.
6
Reiniging en onderhoud
Een regelmatig onderhoud
en het opvolgen van enkele
basisvoorwaarden garandeert een
storingsvrij bedrijf en een lange
levensduur van het apparaat.
LET OP
Voor alle werkzaamheden
aan de apparaten moet
de voedingsstekker uit het
stopcontact zijn verwijderd.
Neem de regelmatige reinigings-
■
en onderhoudstermijnen in acht
De apparaten moeten,
■
in overeenstemming met
de voorwaarden voor gebruik,
indien noodzakelijk - echter
ten minste één keer per jaar -
door een deskundige worden
gecontroleerd op hun correcte
toestand voor gebruik
De apparaten vrij van stof
■
en overige afzettingen houden
De apparaten mogen
■
uitsluitend droog of met
een vochtige doek worden
gereinigd
Geen directe waterstraal
■
gebruiken.
bijv. hogedrukreiniger enz.
Geen bijtende of oplosmiddelen
■
bevattende reinigingsmiddelen
gebruiken
Controleer het aanzuig- en
■
uitblaasrooster regelmatig op
vervuiling
Regelmatig
■
de veiligheidsinrichtingen
en de veiligheidsvoorzieningen
controleren
Voeler en capillaire buis
■
van de thermostaat bij het
demonteren resp. monteren
van de achterzijde van het
apparaat niet beschadigen
Verhelpen van storingen
Het apparaat (ventilator) start niet
op.
1. De netzekeringen ter plaatse
controleren.
2. De voedingsstekker controleren.
3. De bedrijfsschakelaar
controleren.
4. De ventilator op soepel lopen
controleren.
Het apparaat verwarmt niet
1. De thermostaat instellen op
een waarde die hoger is dan de
ruimtetemperatuur.
2. De thermostaat op werking
controleren.
3. De bedrijfsschakelaar
controleren.
4. De werking van de
schakelbeveiliging controleren.
5. De temperatuurbegrenzer op
werking en schade controleren.
Als alle functiecontroles zonder
resultaat worden uitgevoerd, dient
u contact op te nemen met een
servicestation.
LET OP
Een elektrische controle
volgens VDE 0701 moet na alle
werkzaamheden worden uitgevoerd.
AANWIJZING
Reparatiewerkzaamheden
mogen alleen door
geautoriseerd vakpersoneel
worden uitgevoerd.