REMKO serie EM
Veiligheidsinstructies
Bij het gebruik van de apparaten moeten in principe altijd de desbetreffende
plaatselijke bouw- en brandveiligheidsvoorschriften evenals de voorschriften
van de ongevallenverzekering in acht worden genomen.
De apparaten worden voor uitlevering
onderworpen aan uitgebreide controles
op materiaal, werking en kwaliteit.
Desondanks kunnen de apparaten
gevaren opleveren als ze door niet-
geïnstrueerde personen ondeskundig
of niet volgens de voorschriften
worden gebruikt!
De volgende instructies in acht nemen
De met de bediening van de
■
apparaten belaste personen
moeten de apparaten
voor aanvang van de
werkzaamheden op zichtbare
gebreken op de bedienings-
en veiligheidsvoorzieningen
alsook op de aanwezigheid
en het functioneren van de
veiligheidsinrichtingen
Als gebreken worden vastgesteld,
moet de toezichthouder hiervan
op de hoogte worden gesteld!
Bij defecten die de
■
bedrijfszekerheid van de
apparaten in gevaar brengen,
dienen de betreffende apparaten
buiten bedrijf te worden gesteld
Bij het gebruik van de apparaten
■
moeten de desbetreffende
plaatselijke voorschriften alsook
de overeenkomstige elektrische
veiligheidsmaatregelen in acht
worden genomen
De veiligheidsafstanden tot
■
brandbare voorwerpen altijd
in acht nemen
Er moet altijd sprake zijn
■
van een vrije luchtaanzuiging
en luchtafvoer
De luchtafvoer mag niet nauwer
■
worden gemaakt of van buizen
of slangen worden voorzien
4
Nooit vreemde voorwerpen in
■
de apparaten steken
De apparaten mogen tijdens het
■
gebruik niet worden afgedekt
Veiligheidsinrichtingen mogen
■
niet worden overbrugd of
geblokkeerd
De apparaten mogen niet
■
in de directe omgeving
van badkuipen, douches,
zwembaden enz. worden
gebruikt
De apparaten mogen niet direct
■
onder een wandcontactdoos
worden gebruikt
De apparaten mogen niet
■
worden blootgesteld aan directe
waterstralen
bijv. hogedrukreiniger enz.
Nooit water in het apparaat laten
■
binnendringen
De apparaten mogen
■
nooit in een brand-
en explosiegevaarlijke omgeving
worden gebruikt
De apparaten mogen niet
■
in een olie-, zwavel- of
zouthoudende omgeving
worden opgesteld en gebruikt
Alle elektrische kabels van de
■
apparaten moeten worden
beschermd tegen beschadiging,
bijv. door dieren
LET OP
Veiligheidsinrichtingen
mogen niet worden overbrugd
of geblokkeerd.
Beschrijving van het apparaat
De apparaten zijn ter
plaatse gewijzigde elektro-
verwarmingsautomaten voor
commercieel gebruik.
De apparaten worden uitsluitend
gebruikt met elektrische energie
en zijn ontworpen voor een
volledig automatisch, universeel
en probleemloos gebruik.
De apparaten zijn voorzien van
speciaal ingekapselde elektrische
verwarmingsweerstanden,
geluids- en onderhoudsarme
axiale ventilatoren, veiligheids-
en nakoelthermostaten,
ingebouwde ruimtethermostaat
en netkabels met
veiligheidsstekkers.
De apparaten voldoen aan
de fundamentele veiligheids-
en gezondheidseisen van
de betreffende EU-bepalingen.
De apparaten zijn veilig
in het gebruik en gemakkelijk
te bedienen.
De apparaten worden onder meer
gebruikt voor:
Het drogen van nieuwbouw
■
Plaatselijk verwarmen van
■
werkplekken in de buitenlucht
of in niet brandgevaarlijke
hallen en productieruimtes
Het tijdelijk of permanent
■
verwarmen van ruimtes
Het ijsvrij maken van
■
machines, voertuigen en niet
brandbare opslaggoederen,
met in acht neming van
de overeenkomstige
veiligheidsafstanden