GEBRUIKSAANWIJZING Digitale Manometer PCE-DMM 10/PCE-DMM 11
2 Veiligheid
2.1 Montage- en veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING! Installeer het apparaat alleen wanneer er geen druk op staat!
WAARSCHUWING! Het apparaat mag alleen in gebruik genomen worden door
personeelslieden die de gebruiksaanwijzing gelezen en begrepen hebben.
Zuurstof-toepassingen
GEVAAR! Er bestaat explosiegevaar bij incorrect gebruik van apparaten waarbij gebruik
gemaakt wordt van zuurstof. Om een veilig gebruik te kunnen garanderen dient u rekening te
houden met de volgende punten:
Zorg ervoor dat u het apparaat bestelt in de uitvoering die geschikt is om te gebruiken voor
zuurstof-toepassingen en controleer of de juiste uitvoering geleverd wordt. U kunt dit
controleren aan de hand van het typeplaatje. Eindigt de bestelcode met de cijfers "007" dan
is het apparaat geschikt om te gebruiken voor zuurstof-toepassingen.
Bij de levering is het apparaat verpakt in een plastic zak, om het te beschermen tegen
verontreinigingen. Op de stikker op de verpakking moet staan "Apparaat geschikt voor
zuurstof-toepassingen, pas voor de montage uitpakken.". Bij het uitpakken en installeren van
het apparaat is huidcontact te vermijden, om vetresten op het apparaat te voorkomen.
Bij de installatie moeten de geldende voorschriften met betrekking tot de explosiebeveiliging
in acht genomen worden. Controleer of, in aanvulling op de goedkeuring voor het gebruik bij
zuurstof-toepassingen, ook een goedkeuring vereist is voor het gebruik van het apparaat als
"intrinsiek veilig instrument".
Houd er rekening mee dat het complete systeem aan de eisen van BAM (DIN 19247) moet
voldoen.
Voor zuurstof-toepassingen hoger dan 25 bar wordt aanbevolen gebruik te maken van een
transmitter in een uitvoering zonder afdichting.
Transmitters met dichtringen uit 70 EPDM 281:
toegestane max. waarde: 15 bar / 60° C en 10 bar / 60° C tot 90° C (BAM-goedkeuring).
Transmitters met dichtringen uit FKM (Vi 567):
toegestane max. waarde: 25 bar / 150° C (BAM-goedkeuring).
Ga voorzichtig om met dit zeer gevoelige, elektronische meetapparaat. Zowel in verpakte, als
in onverpakte toestand.
Er dienen geen (technische) wijzigingen aangebracht te worden aan het apparaat.
Er mag niet gegooid worden met het apparaat.
Verwijder de verpakking en evt. de beschermkap van het apparaat, vooraf aan de montage,
om te controleren of het apparaat niet beschadigd is. De meegeleverde beschermkap dient
bewaard te worden.
Na demontage moet de beschermkap weer over het membraan geplaatst worden.
5