De scherpstelling aanpassen
2
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp dat zich op een
afstand van meer dan 80 cm van de lens bevindt. Of op een
afstand van 250 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de
zoom.
Macro: scherpstellen op een onderwerp dat 5-80 cm van de
camera is verwijderd. 100-250 cm wanneer u de zoom gebruikt.
Auto macro:
Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van
•
meer dan 5 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van
100 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de zoom.
De optie wordt in sommige modi automatisch ingesteld. U kunt
•
de optie niet handmatig instellen.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
In sommige modi kunt u de scherpsteloptie ook instellen door op [m] te
drukken en vervolgens Focus te selecteren.
Het scherpstelgebied aanpassen
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de
locatie van het onderwerp in de scène.
1
Druk in de opnamemodus op [m].
2
Selecteer Scherpstelgebied.
3
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Centrum AF: scherpstellen op het midden van het kader (voor
onderwerpen die zich in het midden of in de buurt van het
midden bevinden).
Multi AF: scherpstellen op een of meer van 9 mogelijke
gebieden.
Tracking AF: scherpstellen op en meebewegen met het
onderwerp. (pag. 72)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
71
Opnameopties