Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten
stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitseroptie in op
Rode ogen of
•
Als de foto al is gemaakt, selecteert u
•
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op sto ge plaatsen.
•
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 69)
Vervaging kan optreden als u foto's maakt bij weinig licht of de camera niet goed vasthoudt.
Gebruik de functie DIS of druk de [Ontspanknop] half in om ervoor te zorgen dat de camera op het onderwerp scherpstelt.
(pag. 41)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk worden om de camera lang
genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de camera gaan trillen.
Selecteer de modus Nachtopname. (pag. 55)
•
Schakel de flitser in. (pag. 67)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 69)
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
•
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het
onderwerp te donker worden.
Maak geen foto's tegen de zon in.
•
Selecteer Tegenl. in de modus Scène. (pag. 48)
•
Stel de flitseroptie in op
Invulflits. (pag. 67)
•
Pas de belichting aan. (pag. 75)
•
Stel de optie ACB (Automatische contrastverbetering) in. (pag. 76)
•
•
Stel de lichtmeting in op
Spot als het onderwerp in het midden van het kader staat. (pag. 76)
Anti-rode ogen. (pag. 67)
Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 98)
12