Afstelling van de parallelliteit van de
maaikast
1. Demonteer de frontkap en de rechter vleugelkap
volgens de beschrijving op bladzijde 17.
2. Afstelling van de maaikast in de hoogterichting
wordt uitgevoerd met de afstelmoeren aan de
achterkant van de liftstang.
3. Verhoog de maaikast aan de voorkant door de
liftstang te verkorten.
Verlaag de maaikast aan de voorkant door de
liftstang te verlengen.
4. Draai de moeren naar elkaar vast na de afstelling.
5. Na de uitgevoerde afstelling moet de parallelliteit
opnieuw worden gecontroleerd.
Monteer de rechter vleugelkap en de frontkap.
Controle van de messen
Om het beste maairesultaat te bereiken is het
belangrijk dat de messen niet beschadigd zijn en
dat zij goed zijn geslepen.
Controleer of de bevestigingsbouten van de
messen zijn vastgedraaid.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Het vervangen of slijpen van de messen
moet worden uitgevoerd door een
bevoegde onderhoudswerkplaats.
Controle van de spanning van de banden
De spanning van de banden moet zijn 60 kPa
2
(0,6 kp/cm
) voor alle wielen.
Om het aandrijfvermogen te verbeteren, kan de
spanning voor de achterbanden worden vermind-
erd tot 40 kPa (0,4 kp/cm
Hoogste toegestane spanning is 100 kPa
2
(1,0 kp/cm
).
BELANGRIJKE INFORMATIE
Een verschillende spanning in de
voorbanden brengt met zich mee dat de
messen het gras maaien op een
verschillende hoogte.
ONDERHOUD
2
).
2
Maaikast (uitworp achter)
23
Nederlands –