Controleren van het oliepeil van de
motor
Controleer het oliepeil in de motor als de zitmaaier
horizontaal staat.
Klap de motorkap omhoog volgens de beschrijving
op blz. 17.
Maak de peilstok los en trek deze omhoog. Maak
de stok droog en monteer deze weer.
De peilstok moet helemaal zijn ingeschroefd.
Maak daarna de peilstok los en trek deze weer
omhoog. Lees het oliepeil af.
Het oliepeil moet liggen tussen de markeringen op
de peilstok. Als het peil in de buurt komt van het
„ADD"-merkteken, vul dan olie bij tot het „FULL"-
merkteken op de peilstok.
Olie wordt bijgevuld via hetzelfde gat als waarin de
peilstok zit.
Gebruik motorolie SAE 30 of SAE 10W/30, klasse
CD-SF.
De motor biedt plaats aan in totaal 1,4 liter olie.
Controleren van de koelluchtinlaat van
de motor
Klap de motorkap omhoog volgens de beschrijving
op blz. 17.
Controleer of de koelluchtinlaat van de motor vrij is
van gebladerte, gras en vuil.
Bij een verstopte koelluchtinlaat wordt de koeling
van de motor slechter, hetgeen kan leiden tot
schade aan de motor.
Controleren van het luchtfilter van de
brandstofpomp
Controleer regelmatig of het luchtfilter van de
brandstofpomp vrij is van vuil.
Het filter kan indien nodig worden gereinigd met
een penseel.
18
– Nederlands
ONDERHOUD
ADD
ADD
FULL
FULL