Voor de start
•
Lees de veiligheidsvoorschriften en de
informatie over de plaatsing van de
bedieningsorganen en de functies voor de start
door (zie de bladzijden 3–10).
•
Voer het dagelijks onderhoud uit voor de start
(zie het onderhoudsschema op bladzijde 16).
Stel de zitplaats af in de gewenste stand.
Starten van de motor
1. Breng de maaikast omhoog door de hendel naar
achter te trekken naar de blokkeerstand
(transportstand).
2. Activeer de handrem. Dat doet u op de volgende
wijze:
• Druk het rempedaal (1) in.
• Druk de blokkeerknop op de stuurkolom (2) in.
• Laat het rempedaal opkomen terwijl de knop
ingedrukt wordt gehouden.
De blokkering van de handrem wordt
automatisch uitgeschakeld als het rempedaal
wordt ingedrukt.
FR 13 heeft het rempedaal en de blokkeerknop
aan de rechterkant.
3. Zet de versnellingshendel in stand „N" (vrij).
RIJDEN
11
Nederlands –