Inhoudsopgave
Advertenties
5.5 WATERAANSLUITING
De wateraansluiting hangt af van het soort installatie, hoewel er meerdere "normen" zijn die dezelfde zijn voor elk soort
installatie.
• De installatie en wateraansluiting moet gebeuren door gekwalificeerd personeel dat een certificaat van correcte
installatie kan uitgeven naargelang de regelgeving in elk land. FERLUX is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge
van slechte aansluitingen of aansluitingen uitgevoerd door niet-gekwalificeerd personeel.
Als de voorschriften van de installatie niet worden nageleefd, vervalt de waarborg van het product en kan FERLUX
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen of voorwerpen
De installatie werkt met een druk tussen 1 en 1,5 bar, in koude toestand, in circuit met gesloten expansievat.
Heel het gamma hydro van FERLUX-kachels is uitgerust met een gesloten expansievat met een capaciteit van 8
liter.
Het expansievat dat in de hydrokachel waarborgt GEEN passende bescherming voor thermische uitzetting door
water in heel de installatie. Daarom moet de gekwalificeerde installateur bepalen of een aanvullend expansievat
nodig is voor de voorziene installatie.
•
De installatie van een buffertank (puffer) wordt aangeraden maar is niet verplicht. Dit heeft als voordeel dat de
hydrokachel ontkoppeld wordt van plotse vragen, het verbruik gereduceerd wordt en de doeltreffendheid van het
systeem verhoogd wordt.
•
Het warme water moet op verschillende manieren worden "geleid" naargelang het doel (radiators, uitwisselaar,
puffer, enz.
•
Het materiaal dat in het circuit wordt gebruikt, moet passend zijn om aan mogelijke te hoge temperaturen te
weerstaan.
•
De hydrokachel is uitgerust met een veiligheidsventiel begrensd op 3 bar om occasionele overdruk in de installatie
te verhelpen. Het is de taak van de installateur om na te gaan dat de maximale druk in elk punt van de installatie de
maximale werkdruk van elk onderdeel niet overschrijdt. De installatie van de afvoerbuis van de veiligheidsklep moet
zo uitgevoerd worden dat het de reguliere werking niet soort en geen schade aan personen kan veroorzaken. De
buis moet ook toegankelijk zijn.
•
Voor het verwarmen van eventuele lage-temperatuur-stralingspanelen moet er een buffertank (puffer) geïnstalleerd
worden volgens de aanwijzingen van de fabrikant. De stralingspanelen mogen niet rechtstreeks water van de
hydrokachel ontvangen.
•
Vul het systeem (bij) via de vulkraan (niet voorbij 1,5 bar gaan).
•
Het is mogelijk dat men tijdens de eerste dagen na inwerkingstelling meer dan eenmaal moet ontluchten om alle
lucht die zich in de installatie kan bevinden, eruit te laten.
•
Een rechtstreekse verbinding met de radiatoren is verboden, aangezien de kleine diameter ervan een correcte
werking van de hydrokachel onmogelijk maakt.
•
De eigenschappen van het water in de installatie zijn erg belangrijk voor de goede werking en duur van de
hydrokachel.
Een van de grootste ongemakken is aanslag op de wanden van de warmtewisselaar.
Kalkaanslag verlaagt aanzienlijk de warmte-uitwisseling wegens de lage thermische geleiding ervan.
De installateur moet beslissen, volgens het soort water en de soort installatie, of hij waterbehandeling toevoegt. Dit
wordt aanbevolen in de volgende gevallen:
-
Hard water
-
Heel uitgebreide installaties
-
Opeenvolgend vullen wegens onderhoudswerken of lekken.
Voor de behandeling van het water voor de thermische installaties is het aanbevolen zich steeds tot een erkende
installateur te wenden.
22
Advertenties
Inhoudsopgave
