Bedieningshandleiding
Veiligheidslichtgordijn
4. Elektrische aansluiting
4.1 Aansluitschema onderdrukking
8
5
2
4
1
3
3
S3
E 1
Aarding
Erdung
Brug 1:
Herstartblokkering�actief�(pin�8�en�5�verbinden),�S3�aan-
sluiten
Brug 2:
Beschermende�werking�actief�(pin�5�en�3�verbinden),�S3�
niet�aansluiten
K1, K2:
Veiligheidsmodule�voor�verdere�verwerking�van�de�scha-
keluitgangen�OSSD�1,OSSD�2
Kn1, Kn2: Hulpcontacten�van�het�laatstschakelende�relais�(optioneel),�
aansluiting�alleen�bij�functie�EDM�actief
E1:
Voeding�24�V/DC�+/-�10%
X1:
Ext�bedieneenheid�BDB�01�(omvat�S1,�S2,�S3)
S1:
Bedienorgaan�sleutelkeuzeschakelaar�2-voudig,�
2�NO�/�2�NG�contacten
S2:
Bedienorgaan�keuzeschakelaar�2-voudig,�4�NO�/�2�NG�
contacten
S3:
Bedienorgaan�vrijgaveknop�herstart
S4:
Bedienorgaan�voetschakelaar
Herstartblokkering (brug 1)
Door�het�bruggen�van�DIAG�IN�(pin�8)�en�DIAG�OUT�(pin�5)�wordt�de�
herstartblokkering�geactiveerd�
Beschermende werking (brug 2)
Door�het�bruggen�van�DIAG�OUT�(pin�5)�en�vrijgave�(pin�3)�wordt�de�
beschermende�werking��geactiveerd�
7
9
1
2
4
6
1
X1
Kn 1
S4
K 1
K 2
Kn 2
3
4
5
2
6
S1
S2
1
0
1
0
2
Om�een�correcte�functie�te�garanderen,�moet�een�bedrijfsmo-
dus�(herstartblokkering�of�beschermende�werking)�gekozen�
worden
Bij�levering�is�de�functie�"bewaking�extern�relais"�gedeacti-
veerd�Activeren�van�de�functie:�zie�hoofdstuk�45
NL
X1
SLC 421
13