I2E(S)
Gascategorie (EN 437)
G20-20 mbar
Gasgroep en gasvoordruk af fabriek (EN 437)
G25-25 mbar
B23, ....... C93(x)
Toestelcategorieën (EN 15502)
Tmax
Maximale CV temperatuur
IPX4D
Beschermingsgraad (EN 60529)
2.4
Bedrijfstoestanden
Op het service display van het bedieningspaneel wordt door een code de
bedrijfstoestand van het toestel aangegeven.
Uit
Het toestel is buiten bedrijf, maar staat wel onder elektrische spanning. Op vragen voor
warm tapwater of CV water wordt niet gereageerd. De toestelvorstbeveiliging is wel
actief. Dit houdt in dat de pomp gaat draaien en de wisselaar wordt opgewarmd indien
de temperatuur van het daarin aanwezige water te ver daalt.
Als de vorstbeveiliging ingrijpt dan is code
Tevens kan in deze bedrijfstoestand de druk in de CV installatie (in Bar) afgelezen
worden op het temperatuurdisplay.
Wachtstand
De LED bij de
toets brandt en eventueel één van de LED's van de tapcomfort
functie. Het toestel is gereed voor het beantwoorden van een vraag naar CV- of
tapwater.
Nadraaien CV
Na het einde van CV bedrijf draait de pomp na. De nadraaitijd staat van fabriekswege
ingesteld op de waarde volgens Zie § 7.3 Blz.:34. Deze instelling kan gewijzigd worden.
Bovendien gaat de pomp automatisch 1 keer per 24 uur gedurende 10 seconden
draaien om vastzitten te voorkomen. Deze automatische inschakeling van de pomp
vindt plaats op het tijdstip van de laatste warmtevraag. Om het tijdstip te wijzigen dient
op het gewenste tijdstip de kamerthermostaat even omhoog gezet te worden.
Gewenste temperatuur bereikt
De branderautomaat kan de warmtevraag tijdelijk blokkeren. De brander wordt dan
gestopt. De blokkering vindt plaats omdat de gevraagde temperatuur is bereikt. Als de
temperatuur voldoende gezakt is wordt de blokkering opgeheven.
Zelftest
Regelmatig worden door de branderautomaat de aangesloten sensoren gecontroleerd.
Tijdens de controle voert de automaat geen andere taken uit.
Ventileren
Bij het starten van het toestel wordt allereerst de ventilator naar het starttoerental
gebracht. Als het starttoerental is bereikt wordt de brander ontstoken. Code
eveneens zichtbaar als er na het stoppen van de brander wordt nageventileerd.
Ontsteken
Als de ventilator het starttoerental heeft bereikt vindt de ontsteking van de brander
middels elektrische vonken plaats. Tijdens het ontsteken is code
de brander niet ontsteekt dan vindt na ongeveer 15 seconden een nieuwe
ontsteekpoging plaats. Als na 4 ontsteekpogingen de brander nog niet brandt dan valt
de automaat in storing. Zie § 8.2.1.
CV Bedrijf
Op de automaat kan een aan/uit thermostaat, een OpenTherm thermostaat, een
buitenvoeler of een combinatie van de laatste aangesloten worden.(Zie §10.2)
Bij een warmtevraag afkomstig van een thermostaat volgt na het aanlopen van de
ventilator (code
) het ontsteken (code
Tijdens CV bedrijf wordt het toerental van de ventilator en daarmee het vermogen van
het toestel aangepast zodanig dat de temperatuur van het CV water naar de gewenste
CV-aanvoertemperatuur toe geregeld wordt. Wanneer een aan/uit thermostaat is
aangesloten, is dit de op het display ingestelde CV-aanvoertemperatuur. In het geval
van een OpenTherm thermostaat wordt de gewenste CV-aanvoertemperatuur door de
thermostaat bepaald. Bij een buitenvoeler wordt de gewenste CV-aanvoertemperatuur
bepaald door de in de branderautomaat geprogrammeerde stooklijn. Voor de laatste
twee geldt echter als maximum de op het display ingestelde temperatuur.
ACV International
zichtbaar(opwarmen wisselaar).
zichtbaar. Indien
) en de CV bedrijfstoestand (code
is
).
6