5.7.6
Luchttoevoer vanuit de gevel en een dakuitmonding met
gemeenschappelijk afvoersysteem
Toestelcategorie: C83
Een luchttoevoer vanuit de gevel en een dakuitmonding met een gemeenschappelijk
afvoersysteem is toegestaan mits het gemeenschappelijk afvoersysteem voorzien is
van CE keur.
VOORZICHTIG
De luchttoevoer in de gevel moet voorzien worden van een
ACV inlaatrooster (A).
De minimale doorlaat van het gemeenschappelijk afvoersysteem
Aantal toestellen
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Toegestane leidinglengte
Luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoerleiding tussen toestel en
gemeenschappelijke verbrandingsgasafvoer en luchttoevoerleiding: samen 100
meter. zie § 5.6.1
Verbrandingsgasafvoer- en luchttoevoerleiding
Voor de montage, zie § 5.5 en § 5.7.5
Gemeenschappelijke verbrandingsgasafvoer
De uitmonding van de verbrandingsgasafvoer kan op een willekeurige plaats in het
schuine dakvlak gemaakt worden, mits de uitmonding in het dakvlak dezelfde
oriëntatie heeft als de luchttoevoer in de gevel. Bij een platdak moet de uitmonding
van de verbrandingsgasafvoer in het "vrije" uitmondingsgebied gemaakt worden.
Breng een condensafvoer aan.
VOORZICHTIG
Het gemeenschappelijk afvoersysteem moet voorzien worden
van een trekkende afvoerkap(B).
Als het gemeenschappelijk afvoersysteem in de buitenlucht
wordt gesitueerd, moet de afvoerleiding dubbelwandig of
geïsoleerd uitgevoerd worden.
Opmerking
Het gemeenschappelijk afvoersysteem is in combinatie met het toestel gekeurd.
ACV International
Diameter afvoer
HRE eco
HRE eco
HRE eco
18/24
24/28
30/36
110
130
130
150
150
180
180
200
200
220
220
230
230
250
240
270
260
280
270
290
280
300
130
150
180
200
220
230
250
270
280
290
300
27