Inhoudsopgave
Advertenties
De voedingskabel moet continu stroom aan het laadpunt kunnen
leveren bij de maximale belasting.
•
Dikte voedingskabel: Ø 10 – 22,5 mm.
•
Doorsnede voedingskabel: draden met massieve kern max. 10
mm² | draden met meervoudige kern 6 mm².
1. Strip ±16 cm van de isolatiemantel van de voedingskabel. Kort de
kabel eventueel in als dat het installeren vergemakkelijkt.
2. Strip ±1,8 cm van de isolatiemantel van de draden N, L3, L2, L1
en PE.
4.4. Aardingsspecificatie
Het laadpunt moet volgens de lokale voorschriften worden geaard.
4.5. Vereiste nominale ingangsspanning
•
1 fase: 230 V ± 10% - 50 Hz.
•
3 fasen: 400 V (3 × 400 V + N) ± 10 % - 50 Hz.
Een driefasig laadpunt kan ook eenfasig worden aangesloten.
Belangrijk: wanneer slechts 1 fase wordt aangesloten, MOET het
laadpunt op L1 worden aangesloten, NIET op L2 of L3. Zorg dat er
230V is tussen L1 en N aan de voedingszijde van het laadpunt.
Sommige elektrische voertuigen kunnen een spanningstolerantie
van minder dan 10% hebben. Als zich tijdens het laden problemen
voordoen en de spanning dicht bij de spanningstolerantie van 10%
17
Advertenties
Inhoudsopgave
