Faxen
>
Menuopties voor faxen
Contacten:
Selecteer een ontvanger in de lijst met contacten. U kunt ook contacten toevoegen of bewerken.
Recent:
Selecteer een ontvanger uit de geschiedenis met verzonden faxberichten. U kunt de ontvanger tevens
toevoegen aan de lijst met contactpersonen.
Toetsenbord:
U kunt een faxnummer handmatig invoeren.
Gerelateerde informatie
"Ontvangers selecteren" op pagina 85
&
Faxinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Fax > Faxinstellingen
Scaninstellingen:
Resolutie:
Selecteer de resolutie van de uitgaande fax. Als u een hogere resolutie selecteert, neemt de
gegevensgrootte toe en duurt het verzenden van de fax langer.
Dichtheid:
Bepaalt de dichtheid van de uitgaande fax. Met + wordt de dichtheid donkerder, met - wordt
deze lichter.
Doorlopend scannen (ADF):
Als u faxberichten verzendt door de originelen een voor een te plaatsen of door de originelen
op formaat te plaatsen, kunt u deze als een enkel document verzenden in hun originele
formaten. Raadpleeg de gerelateerde informatie verderop in dit onderwerp.
Origineel formaat (glas):
Selecteer het formaat en de oriëntatie van het origineel dat u op de scannerglasplaat plaatste.
Kleurmodus:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
Inst.faxverzending:
Direct verzenden:
Hiermee verzendt u een faxbericht in zwart-wit terwijl de originelen worden gescand. Omdat
gescande originelen niet tijdelijk worden opgeslagen in het printergeheugen, zelfs niet wanneer
u een groot aantal pagina's verzendt, kunt u printerfouten als gevolg van gebrek aan geheugen
voorkomen. Houd er rekening mee dat het verzenden langer duurt wanneer u deze functie
gebruikt. Raadpleeg de gerelateerde informatie verderop in dit onderwerp.
>
Faxinstellingen
91